KiM: Langeafstandsbus als ‘beste uit de bus’ bij grotere bekendheid en betere beeldvorming over comfort en reistijd
De langeafstandsbus is bij een deel van de Nederlanders niet bekend en kampt met een negatief imago. Wanneer het lukt om de bekendheid te vergroten en de beeldvorming over comfort en reistijd bij te stellen, kan deze bus een grotere rol gaan spelen in het reizen van en naar Nederland. Dit concluderen onderzoekers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie ‘Als beste uit de bus’.
De langeafstandsbus is een goed alternatief voor reizen naar het buitenland, zo stellen de KiM-onderzoekers in hun rapport. Vooral als het gaat om stedelijke bestemmingen tot grofweg 500 km en om bestemmingen op langere afstand waarbij je ‘s nachts kunt reizen of waar je per trein of vliegtuig niet kunt komen, zoals wintersportgebieden. De bus is voor reizigers een goedkope optie en heeft net als de trein een lage CO2-uitstoot per passagierskilometer.
De markt voor langeafstandsbusvervoer bestaat uit twee delen: pakketreizen en verbindingen waarvoor je losse tickets kunt boeken. FlixBus en BlaBlaCar domineren de markt voor losse tickets en zijn samen goed voor 1.000-1.300 bussen die per week van en naar Nederland rijden, met Amsterdam als belangrijkste knooppunt.
Ongeveer 3 op de 10 Nederlanders is geheel niet bekend met internationale busdiensten. Veel mensen associëren pakketreizen met ouderen, terwijl ze busdiensten met losse tickets vooral zien als iets voor jongeren. Meer dan een derde van de Nederlanders ziet de bus als oncomfortabel, terwijl ruim een kwart van de busreizigers juist voor de bus kiest vanwege het comfort.
Het KiM schat dat Nederlanders jaarlijks zo’n half miljoen buitenlandse reizen maken met de bus als onderdeel van een pakketreis. Daarnaast reizen ongeveer 3,5 miljoen mensen jaarlijks van of naar Nederland met busdiensten waarvoor losse tickets worden verkocht.
Vergeleken met de auto en het vliegtuig stoot de bus net als de trein relatief weinig CO2 uit per passagierskilometer. Daarnaast is het netwerk van de bus flexibeler dan de trein en is er meer ruimte voor groei binnen de bestaande infrastructuur. Ook zijn de infrastructuurkosten en externe kosten door bijvoorbeeld geluidsoverlast lager voor de bus dan voor de trein. Toch blijft het marktaandeel beperkt, vooral vanwege onbekendheid en een negatief imago rond comfort en reistijd.
Hoewel de markt voor langeafstandsbussen redelijk goed functioneert, kan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) helpen om de rol van de langeafstandsbus in het internationale vervoer te vergroten. Door de bus als volwaardig alternatief mee te nemen in beleid en communicatie over duurzaam reizen, kunnen de bekendheid en de acceptatie van de langeafstandsbus toenemen. Daarnaast kan het ministerie richtlijnen opstellen voor haltelocaties en -voorzieningen.
- KiM: Langeafstandsbus als ‘beste uit de bus’ bij grotere bekendheid en betere beeldvorming over comfort en reistijd. Redactiefoto.