Krijgen provincies met een eigen vervoersbedrijf straks meer grip op het OV, vooral in landelijke gebieden?
Mogen provincies in de toekomst hun eigen vervoersbedrijf oprichten om het openbaar vervoer te verzorgen? Dan zouden ze niet meer afhankelijk zijn van commerciële vervoerders zoals Arriva of Keolis. Voor dunbevolkte landelijke regio’s zoals Overijssel, Groningen en Friesland kan dit grote gevolgen hebben. Een meerderheid in de Tweede Kamer lijkt het voorstel te steunen. De Tweede Kamer debatteerde gisteren over het voorstel. Volgende week dinsdag volgt de stemming.
In veel landelijke gebieden zijn er al jaren problemen met het openbaar vervoer. Minder bussen, opgeheven lijnen en reizigers die soms letterlijk achterblijven op een lege halte. Reizigersvereniging Rover spreekt van een “neerwaartse spiraal”. Voor wie afhankelijk is van de bus naar school, werk of het ziekenhuis, wordt de situatie steeds nijpender.
Daarom moeten provincies meer zeggenschap krijgen over het OV, vinden Kamerleden Habtamu de Hoop (GL-PvdA) en Olger van Dijk (NSC). Hun voorstel: provincies moeten niet langer verplicht zijn het vervoer aan te besteden, maar ook zélf een vervoersbedrijf kunnen oprichten. Daarmee wordt het OV weer een publieke voorziening en voeren de provincies weer de regie zonder afhankelijk te zijn van de markt. Niet in alle gevallen pakken aanbestedingen even goed uit (zoals in Zeeland, waar met veel moeite een nieuwe vervoerder kon worden gevonden).
Tot nu toe geldt de optie van een eigen vervoersbedrijf alleen voor de vier grote steden, die elk hun eigen OV runnen. Provincies zijn verplicht aan te besteden. Het voorstel van De Hoop en Van Dijk moet daar verandering in brengen. “Marktwerking leidde in het begin tot verbeteringen, maar die zie je niet meer terug”, zegt De Hoop. “Zeker in regio’s waar minder mensen wonen leidt het juist tot minder bussen en buslijnen.”
Maar er is ook kritiek op de voorstellen van de beide Kamerleden. Zo vindt de De Raad van State dat er te weinig aandacht is voor de financiële risico’s voor provincies. Het opzetten van een eigen OV-bedrijf is niet bepaald goedkoop en vraagt om specialistische kennis. Ook dreigt het gevaar dat commerciële partijen zich helemaal terugtrekken als provincies zelf op de markt komkomen.
Zoals de kaarten nu liggen lijkt het voorstel een meerderheid te gaan halen in de Tweede Kamer. Behalve GL-PvdA en NSC staat ook de PVV positief tegenover het plan. Die steun zou komende week dinsdag weleens doorslaggevend kunnen zijn.
- Krijgen provincies met een eigen vervoersbedrijf straks meer grip op het OV, vooral in landelijke gebieden? Redactiefoto.