Nederlander besteedt minder tijd aan reizen: vooral jongeren zijn minder lang onderweg; Mensen gaan minder vaak de deur uit
De afgelopen 25 jaar is de gemiddelde reisduur per persoon per dag in Nederland met 10% afgenomen, van 80 minuten per persoon per dag in 1999 naar 72 minuten in 2019. De daling volgt op een periode van ongeveer 20 jaar waarin de reisduur juist licht toenam. Bij jongeren tussen de 18 en 24 jaar is de reisduur per dag het sterkst gedaald.
Dit schrijven onderzoekers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie ‘De BREVER-wet onder de loep’. De BREVER-wet (Behoud van REistijd en VERplaatsingen) stelt dat de tijd die de gemiddelde persoon per dag aan reizen besteedt ongeveer constant is. Nederlandse en internationale onderzoeken laten zien dat deze reisduur voor verschillende landen al meerdere decennia tussen de 60 en 80 minuten ligt.
De daling van de reisduur per dag in de afgelopen 25 jaar komt vooral doordat we minder ritten per dag zijn gaan maken. De reisduur per rit is wel ongeveer constant gebleven. Doordat de gemiddelde snelheid licht is toegenomen, is ook de totale afstand die een gemiddeld persoon per dag aflegt ongeveer constant gebleven.
De afname van de reisduur tussen 1999 en 2019 volgt op een periode van ongeveer 20 jaar waarin de gemiddelde reistijd per dag in Nederland juist licht was toegenomen. In 2023, na de COVID-pandemie, lag de reisduur per persoon nog een stuk lager dan in 2019. Het is nog onduidelijk in hoeverre dit lagere niveau structureel is.
De afname van de reisduur per persoon per dag geldt voor de gehele bevolking. Bij bepaalde reizigers of bepaalde typen reizen zijn de verschuivingen groter. Zo zijn er flinke verschillen tussen leeftijdsgroepen. De reisduur is vooral afgenomen bij de jongere leeftijdsgroepen tot een leeftijd van 40 tot 50 jaar. De afname is het sterkst bij de jongste leeftijdsgroepen: bij jongeren tussen de 18 en 24 jaar van 95 naar 79 minuten per dag. Bij de oudere leeftijdsgroepen, vanaf 65 jaar, is er juist sprake van een lichte stijging van de reisduur: voor de groep 70-plussers gaat het om een toename van 49 naar 56 minuten per dag.
De reistijd die Nederlanders dagelijks besteden om van en naar hun werk of school of universiteit te gaan is gemiddeld gezien ongeveer gelijk gebleven. Bij recreatieve reizen en winkelen is wel een daling zichtbaar. Er bestaan ook aanzienlijke verschillen tussen de vervoerwijzen: vooral de reisduur als autopassagier is fors afgenomen, waar de reisduur per fiets juist licht is toegenomen.
Mogelijke verklaringen voor de -vooral bij jongeren- scherpe afname van de reisduur zijn de sterk toegenomen digitalisering in de afgelopen 25 jaar, de latere leeftijd waarop jongeren belangrijke levensgebeurtenissen meemakenof de (perceptie van) gestegen reiskosten. In hoeverre deze verklaringen daadwerkelijk een rol spelen is niet onderzocht.
De resultaten van dit onderzoek kunnen op een aantal manieren de beleidsvorming ondersteunen: ze bieden een handvat om mobiliteitsprognoses te toetsen, ze geven meer inzicht in mogelijke effecten van ingrepen op het mobiliteitssysteem en ze helpen de effecten van digitale alternatieven voor mobiliteit in te schatten.
- Nederlander besteedt minder tijd aan reizen: vooral jongeren zijn minder lang onderweg; Mensen gaan minder vaak de deur uit. Redactiefoto.