Nieuwe generatie gaat liever als zzp’er dan als uitzendkracht aan de slag; Inhuur flexkrachten valt stil in 2023
De groei van het aantal uitzenduren in de flexbranche slaat zowel in 2023 als in 2024 om in krimp. Door een afkoelende economie is er minder vraag naar flexwerkers. Bovendien maakt nieuwe regelgeving uitzendwerk duurder en minder flexibel, waardoor er een verschuiving plaatsvindt naar andere flexibele arbeidsvormen zoals het zzp’er-schap. In de huidige krappe arbeidsmarkt is dit vooral voor studenten en scholieren een aantrekkelijk alternatief. Via online werkplatformen kunnen ze zelf hun opdrachten, werktijden en tarieven bepalen. Het aantal uitzendbanen kromp dan ook in het eerste kwartaal van 2023 voor het eerst in twee jaar met 45.000. Deze ontwikkelingen zetten het verdienmodel van veel flexbedrijven onder druk. Ze ontkomen er dan ook niet aan om duidelijke strategische keuzes te maken om ook in de toekomst bestaansrecht te houden. Dit blijkt uit het nieuwe vooruitzicht flexbranche van ING Research.
De groei van het aantal uitzenduren in de flexbranche, bestaande uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers, slaat in 2023 om in een krimp van circa 3%. Met een economische groei die in 2023 naar verwachting sterk terugvalt ten opzichte van 2022, neemt ook de vraag naar flexwerkers af. De terugval in uitzenduren wordt nog enigszins getemperd doordat er, mede door de personeelsschaarste, vraag blijft naar werving- en selectiediensten, onder meer vanuit de overheid en semi-publieke sector. Voor 2024 verwachten we eveneens volumekrimp (-2%), met name vanwege een aanhoudend relatief lage economische groei.
Bijna één op de vijf flexbedrijven had begin tweede kwartaal 2023 last van een afnemende vraag naar flexpersoneel. Dit is ook duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal uitzendbanen. In het eerste kwartaal van 2023 kromp het aantal uitzendbanen voor het eerst in twee jaar met 6% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Naast dat bedrijven in 2023 een pas op de plaats maken met de inhuur van personeel, wordt de daling in uitzendbanen ook veroorzaakt doordat uitzendkrachten in de huidige krappe arbeidsmarkt sneller een vast contract krijgen aangeboden. Bovendien is het in bepaalde sectoren – zoals de zorg, horeca en de bouw – onder de huidige wet- en regelgeving aantrekkelijker om als zzp’er aan de slag te gaan dan als uitzendkracht.
Nieuwe regelgeving maakt uitzendwerk op termijn duurder en minder flexibel. Hierdoor ontstaat er een verschuiving naar andere flexibele arbeidsvormen, zoals het zelfstanding ondernemerschap. Doordat de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers en handhaving op schijnzelfstandigheid voorlopig op de lange baan zijn geschoven, is het zzp’er-schap zowel voor bedrijven als werkenden een aantrekkelijk alternatief. Dit is ook zichtbaar in de toename van het aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, van 11% in 2019 naar 13% in 2023. Tegelijkertijd is het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband afgenomen.
Volgens brancheorganisatie ABU zijn het vooral scholieren en studenten, voorheen goed voor circa 20% van de uitzendkrachten, die in de huidige markt vaker kiezen voor het zzp’er-schap. Zij zijn vooral op zoek naar flexibiliteit en een goede balans tussen werk en privé. Dit doen ze door bijvoorbeeld als zzp’er te werken via online werkplatformen als Temper en YoungOnes, waar ze zelf hun opdrachten, werktijden en tarieven kunnen bepalen.
‘Het is duidelijk dat de flexmarkt in de huidige vorm niet langer naar behoren functioneert’, stelt Katinka Jongkind, sectoreconoom Services bij ING Research. ‘Flexbedrijven ontkomen er niet aan om duidelijke strategische keuzes te maken om ook in de toekomst bestaansrecht te hebben. Daarbij biedt de structureel krappe arbeidsmarkt ook weer nieuwe mogelijkheden.”
Lees het hele vooruitzicht.