Omwenteling openbaar vervoer in Vlaanderen loopt vele jaren vertraging op
Van de duizend ‘Hoppin’-punten, centrale schakels die essentieel zijn om de geplande hervorming van het Vlaamse ov mogelijk te maken, zijn er voorlopig nog geen honderd aangelegd. “Het dreigt voor het openbaar vervoer in Vlaanderen een verloren regeringsperiode te worden,” concludeert De Standaard.
Anderhalf jaar geleden doken in de straten van Leuven de eerste wit-groen-blauwe zuilen op die volgens minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) ‘cruciale schakels’ zijn in het Vlaamse ov-netwerk van de toekomst. Die zuilen duiden ‘Hoppin-punten’ aan, hubs of overstappunten waar een waaier aan vervoersmiddelen samen (moeten) komen. Vaak bij bushaltes of treinstations en met een keur aan deelmobiliteit, laadpalen en parkeerplaatsen. Deze punten vormen de kern van het Vlaamse ov-beleid. In plaats van een bushalte voor elke Vlaming binnen 750 meter, kwam er ‘basisbereikbaarheid’, een eerder vraaggestuurd model met een combinatie van vervoermiddelen die door de regelcentrale van Via gestuurd worden.
De start van dit nieuwe model – waarin vijftien ‘vervoerregio’s’ plannen uittekenen – en dat een flinke omwenteling zal betekenen voor het ov was gepland voor 1 januari 2021. Inmiddels werd hij al twee keer uitgesteld. Zit de hervorming in het slop? Het aantal ‘Hoppin’-punten neemt zeer traag toe. In deze regeerperiode zouden het er maar liefst 1.000 moeten zijn. Maar op een parlementaire vraag van Stijn Bex (Groen) antwoordde minister Peeters dat de teller eind vorig jaar op 59 stond. Vlaanderen legde twaalf punten aan langs gewestwegen, de lokale besturen namen de rest voor hun rekening. Of beter: Leuven deed dat. De stad is namelijk goed voor 43 van die 47 punten.
Van de ruim 5 miljoen euro die de Vlaamse regering in de begroting van 2021 uittrok voor subsidies aan steden en gemeenten om ‘Hoppin’-punten aan te leggen, werd slechts 24.000 euro gebruikt. Twee lokale besturen vroegen een subsidie aan.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) wijst erop dat de Vlaamse doelstelling ‘na de vastlegging van de lokale meerjarenplannen’ kwam, waardoor er nog geen budgetten voor werden voorzien. Parlementslid Bex concludeert daarom dat “de regering nergens staat met de hervorming van het openbaar Vervoer”.
“De bedoeling was dat deze regering haar bestuursperiode zou aftrappen met de uitrol van basisbereikbaarheid, maar na ruim twee jaar heeft de minister nog maar net een handleiding klaar over hoe gemeenten die ‘Hoppin’-punten moeten aanleggen.’
Minister Peeters bevestigt “dat we nog heel veel werk hebben’. Dat gaat dan niet alleen over de uitrol van de overstappunten. Er moeten nog decreten geschreven worden, de ‘Mobiliteitscentrale’ – die een sturende rol heeft in het systeem – moet nog worden uitgebouwd, net als de nodige communicatiecampagne. “We kunnen pas groen licht geven als alle puzzelstukjes op hun plaats liggen”, zegt Peeters. “Mijn administratie zegt dat de uitrol ten vroegste midden 2023 kan, maar ik wil me niet vastpinnen op een datum, om die dan mogelijk opnieuw niet te halen.”
Peeters geeft ook aan dat de aanvankelijke startdatum van begin vorig jaar – nog van de vorige Vlaamse regering – “veel te Ambitieus” was. “Ze deden alsof het allemaal simpel was, alsof dit met een vingerknip kon. Dat was te mooi om waar te zijn.”
Bij de Vlaamse openbaar vervoerder De Lijn zit iedereen inmiddels in een soort ‘freeze’ vanwege het voortdurende uitstel en blijven daardoor andere belangrijke veranderingen liggen. “Het is belangrijk dat er op korte termijn een beslissing genomen wordt”, zegt directeur-generaal Ann Schoubs tegen De Standaard. “We missen vandaag kansen om beter openbaar vervoer aan te bieden aan onze reizigers – op het vlak van frequentie, stiptheid en betrouwbaarheid.”
Ook de reizigersvereniging TreinTramBus denkt niet meer dat de hervorming er nog komt voor de verkiezingen van 2024. “Ik geloof niet dat de regering een omwenteling die zoveel mensen zullen voelen en waarbij in het begin onvermijdelijk heel wat fout gaat, zal invoeren op minder dan een jaar voor de verkiezingen”, zegt voorzitter Stefan Stynen. Hij heeft het al over een ‘verloren regeringsperiode’ voor het openbaar vervoer. “Gelukkig heeft Vlaanderen geen verkeersknoop en geen gigantisch probleem van luchtvervuiling’, zegt Stynen ironisch. “Het is echt jammer.”
- De omwenteling van het ov in Vlaanderen loopt vele jaren vertraging op. Tenminste 1.000 ‘Hoppin’ punten zouden die omwenteling moeten dragen. Foto Hoppin.