Reizigers met het openbaar vervoer in de stad zijn volgend jaar opnieuw iets duurder uit. De prijzen voor tram-, metro- en buskaartjes van het GVB, Connexxion en EBS (Zaanstreek-Waterland) stijgen met gemiddeld 3,3 procent. Dat heeft de Vervoerregio Amsterdam bekendgemaakt. De prijs voor het reizen met de OV-chipkaart of OVpay bestaat onder meer uit een basistarief, dat iedere reiziger bij binnenkomst van de bus, tram of metro betaalt. Dit basistarief is in heel Nederland gelijk en gaat in 2025 omhoog van 1,08 euro naar 1,12 euro. 

Hoeveel reizigers daar bovenop betalen, is afhankelijk van de afgelegde afstand. In 2025 stijgt het kilometertarief bij het GVB van 0,196 euro naar 0,207 euro, en bij Connexxion van 0,198 euro naar 0,215.  

Vervoerders mogen jaarlijks de tarieven verhogen op basis van de zogeheten landelijke tarievenindex (LTI). Hoeveel duurder de kaartjes worden, is afhankelijk van onder meer de stijging van de loon- en energiekosten bij ov-bedrijven en de inflatieontwikkeling. Daarnaast speelt mee dat het Rijk fors bezuinigt op het OV in de grote steden: vanaf 2026 gaat er jaarlijks zo’n 110 miljoen euro minder naar de vervoerregio’s in Amsterdam en Den Haag. En de gevolgen hiervan zijn ook komend jaar al te merken. Volgens wethouder Melanie van der Horst, ook voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, betekent dit dat het OV in en rond de stad verschraalt en een stuk duurder wordt, zei ze in september. 

• In de grote steden dreigt door bezuinigingsoperatie van 110 miljoen euro verschraling en duurder OV. Redactiefoto.