Spaans onderzoek: Uber, Bolt en Cabify brengen klanten meer in rekening in arme buurten dan in rijke
Uit een baanbrekend onderzoek naar de algoritmen van taxiplatformen in Spanje is gebleken dat Uber, Cabify en Bolt de concurrentie-, arbeids- en consumentenbeschermingswetten schenden vanwege indirecte prijsafspraken, algoritmische straffen van chauffeurs en geografische prijsdiscriminatie.
De studie, die afgelopen woensdag werd gepubliceerd, werd uitgevoerd door Eticas, een onderzoeks- en adviesbureau gespecialiseerd in algoritmische auditing, Taxi Project 2.0, een denktank voor taxiwerkers, en het Observatory of Work, Algorithms and Society (TAS), een nieuwe instelling die eind 2022 is opgericht om de platformeconomie vanuit het perspectief van de werknemer te onderzoeken.
De “tegenstrijdige audit van ride-hailing-platforms” gebruikte een combinatie van digitale tools en traditionele methoden om onafhankelijk de ‘black box’-algoritmen te onderzoeken die verborgen worden gehouden voor zowel werknemers als consumenten.
Wat consumentenbescherming betreft, verzamelden de auteurs Uber-, Cabify- en Bolt-passagiersgegevens over tarieven voor 20 routes vanuit Madrid en Malaga, in verschillende buurten met verschillende inkomensniveaus. Ze ontdekten dat, omdat rijkere buurten de neiging hebben om meer gebruik te maken van taxiplatformen, de beschikbaarstelling van platformchauffeurs aan die gebieden gemakkelijker was en dat de prijsalgoritmen dus lagere prijzen handhaafden omdat er minder behoefte was aan prikkels om chauffeurs aan te trekken. Om chauffeurs naar armere buurten te lokken waar minder vraag was, stelde het algoritme de prijzen hoger in.
“Het resultaat is dat je klanten discrimineert op basis van hun inkomensniveau”, zegt Gemma Galdón, oprichter van Eticas. “Als ik een platformtaxi moet nemen om naar het ziekenhuis te gaan en ik woon in een buurt met lage inkomens, gaan ze me meer in rekening brengen voor de trip dan wanneer ik in een rijke buurt zou wonen.”
Dit prijsbeleid zou in strijd kunnen zijn met de Spaanse ‘Algemene wet ter bescherming van consumenten’, die consumenten beschermt tegen discriminatie op basis van woonplaats.
Het rapport beweert ook bewijs te hebben van indirecte “algoritmische prijsafspraken”. Academische studies hebben aangetoond dat vergelijkbare of zelflerende algoritmen neigen naar systematische collusie, zelfs als er geen directe coördinatie is. In deze studie worden de prijzen van routes in Madrid en Andalusië over een periode van drie maanden onderzocht door middel van een combinatie van diverse methodes, waarbij tussen oktober en januari 2022 elke 10 minuten geautomatiseerde ritaanvragen werden verzonden.
“De prijsalgoritmen van Uber, Cabify en Bolt werken samen op enkele van de belangrijkste routes in Andalusië en Madrid”, schrijven de auteurs. “Ondanks dat er geen expliciete overeenstemming is tussen de bedrijven, zijn er aanwijzingen voor indirecte prijsafspraken via algoritmen. Dit creëert ongelijke concurrentievoorwaarden en schaadt andere marktdeelnemers, zoals traditionele taxi’s en nieuwe markttoetreders.”
Dit zou ook in strijd zijn met wet 15/2007 ter verdediging van de concurrentie in Spanje, die het “direct of indirect vastleggen van prijzen of andere commerciële of dienstvoorwaarden” als “heimelijke verstandhouding” beschouwt.
Tot slot constateert het rapport dat de intermediaire bedrijven die opereren tussen de platformen en chauffeurs, en worden beschouwd als de werkgevers van de chauffeurs, uiteindelijk ondergeschikt zijn aan de algoritmen in de beheerketen. Uit interviews met platformchauffeurs bij Uber, Cabify en Bolt bleek dat de algoritmen werknemers nog steeds rechtstreeks kunnen blokkeren om verbinding te maken via de app als er bijvoorbeeld te veel ritannuleringen of klachten van klanten zijn. Andere mogelijke schendingen van de arbeidswetgeving die zijn geïdentificeerd, zijn onder meer het niet in aanmerking nemen van legitieme afwezigheden op het werk, twijfels of chauffeurs alle fooien krijgen en gebrek aan transparantie over beloningsprikkels.
“Er zijn al uitspraken in Spanje die de platformen veroordelen voor het niet respecteren van arbeidsrechten en in het bijzonder het recht op ziekteverlof”, zei Galdóns. “Met de Uber-, Cabify- of Bolt-apps kun je bijvoorbeeld niet aangeven wat de reden van verzuim is. Als je een week met ziekteverlof bent, gaat je algoritme je dan bestraffen? De chauffeurs die we hebben gesproken, denken van wel. De bal ligt aan de kant van de bedrijven, je kunt nu niet zeggen dat ze zich aan de arbeidswet houden.”
Het rapport besluit met een oproep tot nieuw onderzoek door de mededingingsregulator op basis van haar bevindingen. De mededingingsautoriteit voerde in 2019 een onderzoek uit naar prijsafspraken en gaf de platformen een ‘all-clear’, hoewel een bestuurslid tegen de resolutie stemde en zei dat een van de zaken niet goed was onderzocht.
Het rapport doet ook een beroep op het ministerie van Arbeid en het ministerie van Consumentenzaken om de mogelijke schendingen van respectievelijk het arbeidsrecht en de rechten van consumentenbescherming te onderzoeken.
Sergi Cutillas, een econoom en onderzoeker bij TAS, zei dat het onderzoek de “eerste studie ter wereld was die met een grote hoeveelheid gegevens aantoont dat de dynamische prijsalgoritmen van de platforms prijzen overeenkomen.”
“Met algoritmen hoeven bedrijven niet langer rond de tafel te zitten om prijzen af te spreken of de markt te verdelen, dus moeten de mededingingsautoriteiten hun inspanningen richten op deze nieuwe geautomatiseerde mechanismen”, voegde hij eraan toe.
“We hopen dat de mededingingsautoriteiten, gezien het flagrante bewijsmateriaal dat in ons onderzoek naar voren is gebracht, zich realiseren dat hun huidige standpunt over deze kwestie in het voordeel is van monopolies.”
De krant El Confidencial meldt dat noch Uber noch Cabify rechtstreeks op het onderzoek wilden reageren, waarbij Uber verklaarde: “We houden ons nauwgezet aan alle voorschriften op het gebied van concurrentie, arbeid en consumentenbescherming.”
• Uit Spaans onderzoek blijkt dat Uber, Bolt en Cabify klanten meer in rekening brengen in arme buurten dan in rijke. Redactiefoto.