Uber Files: “Pascal Smet wilde de eerste minister van Europa zijn die Uber naar zijn stad – Brussel – kon halen”
De Uber Files lijken te staven wat betrokkenen al langer vermoedden: Brussels minister Pascal Smet (Vooruit/One.Brussels) wilde koste wat het kost dat Uber naar Brussel kwam. Van alternatieven wilde hij niet weten, schrijft opinieblad Knack.
De Uber Files, het jongste onderzoek van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) – met Knack, De Tijd en Le Soir als Belgische partners en Investico, het Financieele Dagblad en Trouw als Nederlandse partners – hebben ook in eigen land de politieke arena niet onberoerd gelaten. Vooral de ongewoon hartelijke relatie tussen Pascal Smet, tussen 2014 en 2019 de Brusselse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, en Mark MacGann, de toenmalige toplobbyist van Uber, wekte verwondering. Smet en McGann gingen ook persoonlijk amicaal met elkaar om – ze kenden elkaar al langer. Maar minstens zo intrigerend is dat gelekte documenten ook melding maken van de talrijke professionele contacten van Smets toenmalige kabinetschef Mathias Dobbels en het lobbykantoor dat Uber had ingeschakeld.
Voor wie van ver of nabij betrokken is bij de Brusselse politiek in het algemeen en het taxibeleid in het bijzonder, illustreren de documenten van de Uber Files vooral wat velen al langer intuïtief aanvoelden: dat Pascal Smet wel erg zijn best deed om Uber ter wille te zijn. Er is niet het minste bewijs dat Smet zichzelf verrijkt zou hebben met de Uberdeal. Voor een ambitieuze politicus als Smet, die elke dag opnieuw ontwaakt met de vraag hoe hij Brussel kan meestuwen in de vaart van de aantrekkelijkste wereldsteden van deze tijd, was de mogelijke komst van Uber een kans die hij niet wílde laten liggen.
“Gelukkig maar dat Uber er vandaag is”, zegt Brussels Parlementslid Hilde Sabbe, een partijgenote van Smet bij One.Brussels. “Zeker voor jonge vrouwen was de komst van Uber een geschenk uit de hemel. Voordien was er nauwelijks iemand die ’s avonds laat of ’s nachts een taxi wou nemen. Met de Uber-app weet je altijd wat en hoe. Het model is veel gebruiksvriendelijker, goedkoper en bovenal veel veiliger dan het archaïsche en haast vrouwonvriendelijke taximodel dat tot voor een paar jaar in Brussel bestond.”
“Het klopt dat de Brusselse taxisector destijds nood had aan modernisering. Als vakbond waren wij er vragende partij voor”, zegt Frank Moreels, de voorzitter van de socialistische transportbond BTB-ABVV. “Wij wilden bijvoorbeeld af van het schandalige systeem van de forfait location: een systeem waarbij Brusselse taxifirma’s tegen een forse prijs taxi’s verhuurden aan bestuurders – zeg maar: een schijnzelfstandige. Na betaling van het bedrag mochten die “voor eigen rekening” rijden. Zo’n man mocht dus al blij zijn dat hij op het einde van de maand nog wat overhield. Eigenlijk was de hele hoofdstedelijke taxisector slecht georganiseerd: het was een model waarbij de (grote) firma’s centraal stonden, niet hun personeel noch hun klanten.” Sabbe: “De Brusselse taxisector was een probleemkind. Maar er iets aan doen, blijkt vrijwel onmogelijk. Veel politici hebben er hun tanden op stukgebeten.”
Dat veranderde dus toen Smet in 2014 Brigitte Grouwels (CD&V) opvolgde als de nieuwe Brusselse minister van Mobiliteit. ‘Pascal Smet’: het is een naam met meer dan één reputatie. Smet is een politicus van de hardnekkigste soort, een man die nog altijd de energie uitstraalt van een soms overambitieuze youngster, maar die vandaag al bijna 35 jaar onafgebroken politiek actief is.
Sabbe: “Smet is een pragmaticus, een doener, het moet vooruitgaan. Het aantrekkelijkste aan zijn politieke stijl is dat hij de zaken niet eindeloos afweegt en alle standpunten van elke betrokkene niet probeert te verzoenen, ten koste van het resultaat dat hij beoogt. Pascal gaat voor wat hij denkt dat goed is voor Brussel en voor de burger. Dat is inderdaad meer pragmatisch dan ideologisch. Hij mocht naar mijn smaak wat linkser zijn. Hij is een echte “nieuwe stedeling” – Brussel moet autovrij zijn, fietsvriendelijk, groen en gezond, en mooi en welvarend. Volks zou ik hem niet noemen. Als Pascal zich tussen ‘zijn’ volk beweegt, dan liefst op een dakterras.” (lacht)
‘Niet alle standpunten van elke betrokkene proberen te verzoenen’, ‘gaan voor het resultaat dat hij beoogt’: de karakteristieke aanpak van Smet was al lang bekend. Ook als minister van Mobiliteit, bijvoorbeeld. Vakbondsman Frank Moreels: “Vanaf dag één hadden wij het gevoel dat hij een aanhanger was van Uber, en van Uber alléén. Hij en zijn kabinetschef, Mathias Dobbels, hadden amper oor naar alternatieven voor Uber.”
Moreels heeft een punt. Uber wordt vandaag soms afgeschilderd als een van de vele spannende hightechbedrijven die via innovatieve technologie het leven van de grootstedelijke mens aangenamer maken. Maar een app om afspraakjes te regelen, dat is vrij rudimentaire software – er zijn tientallen datingsites, koerierdiensten, sociale netwerken en vriendengroepen die draaien op allerlei varianten van die programma’s. Aan Knack vertelde het Brussels Parlementslid Els Ampe (Open VLD) dat zij al voor de komst van Uber naar Brussel ervoor ijverde dat de gesloten, protectionistische Brusselse taxiwetgeving zo zou worden aangepast dat de nieuwe Belgische taxi-app Djump legaal zou kunnen worden gebruikt. Ook met Djump zou je via een app een taxi kunnen bestellen, online kunnen betalen en de taxi kunnen traceren.
- Uber Files: “Pascal Smet wilde de eerste minister van Europa zijn die Uber naar zijn stad – Brussel – kon halen”. Foto pascalsmet.brussels.