Vanmiddag Kamer-overleg over meer concurrentie op het spoor; Arriva: ‘Kritiek NS en vakbond misplaatst’
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen, denkt erover meer concurrentie op het spoor toe te laten. Ze wil onderzoeken of meer regionale spoorlijnen open kunnen worden gesteld voor concurrenten van de NS. Heijnen wil ook meer partijen toelaten om op het zogenaamde ‘hoofdrailnet’ te rijden. In een geoliede pr-campagne keerden de FNV en NS zich gisteren nadrukkelijk tegen het toelaten van meer partijen op het (hoofd)spoor. FNV noemde dit zelfs ‘de doodsteek voor het ov’. FNV Spoor is bang dat meer concurrentie treinkaartjes duurder en arbeidsvoorwaarden minder maakt. Als spoorlijnen niet rendabel genoeg zijn, zouden lijnen zelfs geschrapt kunnen worden. De FNV roept daarom Tweede Kamerleden vanmiddag op om zich tegen de plannen uit te spreken. Reizigers en medewerkers zouden er niets mee opschieten, omdat een nieuwe aanbieder een spoorlijn zo goedkoop mogelijk wil exploiteren. Lijnen die mogelijk in aanmerking komen voor concurrentie zijn Leeuwarden-Zwolle en Groningen-Zwolle (het gebied waar DB-dochter Arriva de regionale diensten exploiteert) plus Apeldoorn-Enschede.
Arriva, dat al langer ijvert voor meer concurrentie op het spoor, vindt de kritiek van de vakbond en NS misplaatst. Arriva-directeur Anne Hettinga zegt in de LC dat het verhaal van de FNV van geen kant klopt. Hij kan een glimlach niet onderdrukken als hij het verhaal van de FNV hoort. “Nog niet zo heel lang geleden, rond 2005, wilde de NS alle noordelijke, oostelijke en zuidelijke regionale lijnen nog sluiten”, zegt Hettinga. “Onder andere Arriva is daar toen in gesprongen en heeft die lijnen opgepakt. Dus het is onzin dat dat de verliesgevende lijnen alleen door de NS worden gereden. De NS wilde ze juist afstoten.”
Hettinga vindt het voornemen van het kabinet juist een goede zaak. “Daarmee kan de hoeveelheid spoor alleen maar toenemen, in plaats van afnemen.” Natuurlijk schuift Arriva vanmiddag ook aan bij het overleg in Den Haag. “Wij willen inbrengen dat de verhalen die de wereld in worden geslingerd gewoon niet kloppen. In het belang van de reiziger is het nodig dat er concurrentie blijft. Want dan houden partijen elkaar scherp. Als er maar een partij in de markt is, wordt die partij lui. Dat gaat ten koste van de kwaliteit.”
Regionale vervoerders hebben nu een marktaandeel van zo’n 10 procent, maar wat Hettinga betreft mag dat wel 20 procent worden. “NS moet de komende tien jaar gewoon met de intercitytreinen doorrijden, maar in de regionale stoptreinen kan flink worden verbeterd.”
- Vanmiddag Kamer-overleg over meer concurrentie op het spoor; Arriva: ‘Kritiek NS en vakbond misplaatst’. Foto Treinreiziger.