VDL Bus & Coach investeert 44 miljoen euro in fabriek en ‘kenniscentrum’ voor elektrische bussen in Roeselare
Voor vele busspecialisten heeft ‘Roeselare’ vanouds een bekende naam. In de deelgemeente Beveren van deze Westvlaamse stad werden tot 1998 – toen VDL het roer overnam – de bussen van Jonckheere geproduceerd. Maar deze fabriek, waar 650 mensen werken, is compleet versleten en wordt nu door de stad herontwikkeld. Gisterochtend legde minister Hilde Crevits op een terrein van 8 ha. de eerste steen voor de nieuwe fabriek van (vooral) elektrische bussen – een investering van 44 miljoen euro. Volgend jaar moeten de eerste Citea E-stadsbussen de fabriek uitrijden.
Vier jaar geleden kondigde VDL Bus & Coach al aan dat ‘Roeselare’ het kenniscentrum voor bus-elektrificatie zou gaan worden. De coronatijd en de zwakke busafzetmarkt plus de interne ‘concurrentie’ met Nederlandse vestigingen zorgden enige tijd voor onzekerheid. In december vorig jaar haalde VDL een deel van een order van De Lijn voor e-bussen binnen (de hoofdmoot ging naar Van Hool). In januari startten de voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe vestiging en gisterochtend kon een ‘ontzettend gelukkige’ Hilde Crevits, Vlaams minister van Economie, Werkgelegenheid en Innovatie Hilde Crevits (CD&V) de eerste steen leggen. De nieuwe fabriek “sluit perfect aan bij de prioriteiten van de Vlaamse regering om te investeren in duurzame innovatie, onderzoek en ontwikkeling in de maakindustrie om de knowhow en expertise die er in Vlaanderen is te versterken en hier te houden.”
Of de nieuwe VDL-vestiging ook kan rekenen op Vlaamse subsidies, kon of wilde Crevits nog niet zeggen. Feit is wel dat VDL al een aanvraag voor opleidings- en innovatiesteun heeft ingediend bij de Vlaamse overheid, bevestigt de CEO van de VDL Group, Willem van der Leegte in De Tijd. De groep heeft naast de fabriek in Roeselare nog zes andere vestigingen in Vlaanderen – samen met de 650 van Roeselare 1.000 werknemers in totaal.
VDL gaat in de nieuwe energieneutrale fabriek een volledig herzien productieproces toepassen met niet alleen kortere assemblagelijnen, maar ook kortere productietijden. Gemikt wordt op 800 bussen per jaar, wat het dubbele is van de huidige productie. Begin volgend jaar moet de fabriek klaar zijn en moeten de eerste Vlaamse E-Citea’s de fabriek verlaten.
Terwijl deze vestiging een nieuwe start maakt, bouwde VDL vorige week de laatste bus in de productievestiging Heerenveen, waar vroeger de Hainje-stadsbussen en Berkhof-streekbussen werden gebouwd. In deze fabriek bouwt VDL samen met aannemer Van Wijnen elementen van prefab-huizen. Een groot del van de medewerkers is overgestapt naar de nieuwe activiteit.
Overigens heeft VDL Bus & Coach, zoals vele busconstructeurs, een beroerde coronatijd achter de rug. Zo viel de markt voor touringcars, die traditioneel in Valkenswaard worden gebouwd, compleet stil. Daarom was er enige angst in Roeselare dat ‘hun’ productie compleet verschoven zou worden naar Valkenswaard. Omdat de fabriek in West-Vlaanderen de handen vol had, werd slechts één order van 100 bussen verschoven naar Nederland. Maar ook in de markt van de stadsbussen was het kwakkelen vanwege sterk teruglopende reizigersaantallen in het ov in Nederland en België en vertraging in de aanbesteding van nieuwe concessies in Nederland. Vooral in dat land zorgden klimaatsteunprogramma’s er voor dat de afzet niet helemaal stilviel.
De daling van de omzet in Roeselare kon – ondanks zes weken van lockdowns – beperkt worden tot 20%, maar toch verdween de winst grotendeels. De nettowinst daalde van 6 miljoen euro in 2019 naar slechts 50.000 euro in 2020. De cijfers voor 2021 zijn er nog niet.
- Zo gaat de nieuwe fabriek en kenniscentrum e-bussen van VDL Bus & Coach in Roeselare er uitzien. Schets VDL Bus & Coach.