Verhuizing Amsterdamse Passenger Terminal voor cruiseschepen (PTA) lijkt – ondanks mooie beloften – ver weg
“De cruiseterminal gaat weg uit het centrum van Amsterdam,” dat beloofde de ene na de andere Amsterdamse wethouder, want te toeristisch, te vuil en een sta-in-de-weg voor een brug over het IJ. Maar jaren na de eerste belofte, concludeert Het Parool, is er nog steeds geen zicht op een verhuizing. Voor de touringcarsector zijn de cruises met de vele passagiers een interessante inkomstenbron. De PTA biedt ook een riante en efficiënte in- en uitstapfaciliteiten voor de touringcars. Een flink aantal touringcarbedrijven uit de Amsterdamse regio pikt cruisepassagiers op voor daguitstapjes.
Het imposante MSC Splendida (iets langer dan 333 m. 38 m. breed en 58 m. hoog), met ruimte voor zo’n vierduizend passagiers, meerde in mei 2015 voor een dag aan bij de Passenger Terminal Amsterdam (PTA). Het is ook in die periode dat de gemeenteraad voor het eerst heeft gezegd dat zulke schepen niet meer in het centrum van Amsterdam horen – ook al ligt de PTA officieel in Oost. Het toerisme in de stad loopt de spuigaten uit. Maar zeven jaar later is het stil rond de verplaatsing van de zeecruiseterminal. PTA-directeur Dick de Graaff heeft de afgelopen maanden geen gesprekken meer gevoerd over een eventuele verplaatsing. Ook in de politiek is het geen gespreksonderwerp. Zo wordt er met geen woord over gerept in het coalitieakkoord.
Nadat toenmalig wethouder Kajsa Ollongren (Economische Zaken) in 2016 had aangekondigd dat de PTA moest verhuizen, zijn verschillende locaties binnen en buiten de stad voorbijgekomen. Eind 2016 wees het Amsterdamse gemeentebestuur de Coenhaven aan als potentiële nieuwe locatie. Met het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ in 2018 zei het stadsbestuur onder leiding van GroenLinks dat er gekeken moest worden naar een locatie buiten Amsterdam. De belangrijkste kandidaten, Zaanstad en Velsen, waartoe IJmuiden behoort, zaten hier echter niet op te wachten. Na onderzoek concludeerde de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied in 2019 dat de Coenhaven de enige potentiële locatie is buiten de huidige plek.
Een commissie boog zich in opdracht van Amsterdam en het Rijk niet veel later over waar mogelijke bruggen over het IJ het best kunnen komen. In 2020 kwam ook voorzitter Alexander D’Hooghe met de aanbeveling om de zeecruiseterminal naar de Coenhaven te verplaatsen: “Daar kunnen mensen toch niet wonen, die stinkende schepen kunnen best naast de tunnel.” In februari 2021 besloot het toenmalige stadsbestuur dan ook voor de tweede keer dat dit maar de plek moest worden.
Sindsdien is er weinig gebeurd. De cruiseterminal zelf heeft geen haast: verplaatsing zorgt ervoor dat ongeveer de helft minder cruiseschepen kunnen aanmeren, vanwege de beperkte ruimte. Het verplaatsen gaat ook gepaard met een “aanzienlijke en (deels) mogelijk onrendabele” investering, zo concludeerde onderzoek van Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Een woordvoerder van wethouder Hester van Buren (Haven) verwijst naar de beleidsnota ‘Zeecruise op Koers’ uit februari, waarin staat dat de gemeente het aantal zeecruises wil verminderen van 250 naar maximaal 190 per jaar. Ook bevestigt de woordvoerder dat de Coenhaven nog steeds de voorkeurslocatie is, maar dat de stand van zaken ‘ongewijzigd’ is.
Daarnaast wijst ze naar de gewenste ‘sprong over het IJ’, vaste oeververbindingen tussen Noord en Centrum. De verplaatsing van de PTA hangt samen met de planning hiervan, zegt ze. Die bruggen over het IJ zijn echter verre toekomstmuziek.
Niet iedereen is daar blij mee. Amsterdammers willen graag een brug, veel inwoners zien deze ‘varende flatgebouwen’ als vervuiling voor de stad en burgemeester Femke Halsema heeft moeite met het type toerist dat het trekt naar Amsterdam.
Halsema zei in een NRC-podcast vorige week: “Veel cruisetoeristen worden een paar uur losgelaten en gaan dan eten bij de internationale ketens, waardoor het voor de middenstand weinig betekent. De toeristen hebben weinig tijd voor musea, maar bezoeken wel het ‘red light district’. Dat betekent dat je onze stad consumeert, maar weinig betekent voor de stad.”
Een flink deel van de cruisepassagiers wordt door touringcars vervoerd naar toeristische bestemmingen. Daarvoor beschikt het PTA over uitstekende en efficiënte in- en uitstapfaciliteiten om in korte tijd veel cruisepassagiers te kunnen verwerken.
Kees Noorman is directeur van het grote bedrijvennetwerk Oram en behartigt belangen van bedrijven in de haven. “Of je PTA nu wel of niet verplaatst: de passagiers van die schepen komen toch wel naar Amsterdam. Het is ceremonieel. Als je minder toeristen wilt, dan is verplaatsen niet de oplossing.”
Voor PTA-directeur Dick de Graaff is het vooral afwachten. In het voorjaar worden beslissingen genomen over de investeringen die de stad de komende jaren wil doen, waaronder de verbindingen over het IJ. “Ik neem aan dat dit het moment is om over een eventuele verplaatsing te praten.” Ook het Havenbedrijf koppelt de eventuele verplaatsing van de terminal aan de sprong over het IJ.
Ondertussen wordt bij de huidige PTA walstroom aangelegd, zodat vanaf 2025 cruiseschepen groene stroom kunnen gebruiken nadat ze zijn aangemeerd in Amsterdam. De enige concrete stappen worden dus op de huidige locatie gezet, verplaatsing lijkt – ook voor aanrijroutes en de in- en uitstapfaciliteiten voor touringcars – ver weg.
- Verhuizing Amsterdamse Passenger Terminal voor cruiseschepen (PTA) lijkt – ondanks mooie beloften – ver weg. Foto PTA.