Voetgangers en fietsers: 10% van de dodehoekslachtoffers in Brussel overlijdt of raakt ernstig gewond
In de stad is de dode hoek een van de grootste gevaren voor voetgangers en fietsers. In 2024 waren drie van de negen dodelijke verkeersslachtoffers betrokken bij een dodehoekongeval met een vrachtwagen. Elk jaar worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 380 ongevallen met een vracht- of bestelwagen gemeld.
Omdat het in deze ongevallen vaak gaat om chauffeurs van vracht- of bestelwagens die in botsing komen met kwetsbare weggebruikers (voetgangers, fietsers, steppers of gemotoriseerde tweewielers), is het belangrijk om de bouwsector te sensibiliseren. Daarom werkt Brussel Mobiliteit samen met Embuild.Brussels rond dit thema. Samen zullen ze in mei een informatiecampagne opzetten voor de leden van Embuild.
Bij de dode hoek denken we onmiddellijk aan de beide zijkanten van een voertuig die niet zichtbaar zijn in de achteruitkijkspiegels. Dat klopt, maar is niet alles. Neem bijvoorbeeld een vrachtwagen. Die heeft vier belangrijke zones met een dode hoek: de linker- en rechterzijkant buiten het gebied dat door de spiegel wordt gedekt, de achterkant van het voertuig, maar ook de voorkant, vlak naast de stuurcabine en de blinde zones door de hoogte van de voorruit.
“Een typisch dodehoekongeval in de stad gebeurt wanneer een vrachtwagenchauffeur weer vertrekt en niet ziet dat een voetganger vlak voor het voertuig oversteekt of dat een fietser rechtdoor rijdt terwijl de vrachtwagen rechtsaf slaat,” verduidelijkt Isabelle Janssens, coördinator verkeersveiligheid bij Brussel Mobiliteit. “Of een bestuurder die van rijstrook of van richting verandert en daarbij een gemotoriseerde tweewieler raakt die zich op dezelfde hoogte op een andere rijstrook bevindt.“
In Brussel springt er niet niet echt één kruispunt uit dat bijzonder gevaarlijk is wat de dode hoek betreft. Dit type ongeval kan overal gebeuren. Brussel Mobiliteit neemt daarom algemene maatregelen die het risico op een botsing zoveel mogelijk beperken:
- de opstelvakken voor fietsers en steppers aan verkeerslichten zorgen ervoor dat ze beter zichtbaar zijn en eerder kunnen vertrekken dan de andere voertuigen. Als er geen opstelvak is, wordt de stoplijn op een zekere afstand van het verkeerslicht geplaatst,
- ook aan zebrapaden met verkeerslichten wordt de stoplijn op een zekere afstand van het verkeerslicht aangebracht zodat naar achter geschoven ten opzicht van verkeerslicht zodat de voetganger zichtbaar is voor de bestuurder,
- de verkeersborden B22 en B23 staan fietsers (en gelijkgestelden) toe om door te rijden als het licht op rood staat (op kruispunten waar dit veilig kan) zodat ze niet vast komen te zitten naast vrachtwagens,
- sommige kruispunten zijn “op zijn Hollands” ingericht, met amandelvormige verkeerseilandjes voor een betere zichtbaarheid van elke weggebruiker.
Voor gemotoriseerde bestuurders, voetgangers en fietsen heeft Brussel Mobiliteit een aantal belangrijke raadgevingen ontwikkeld. Vind ze hier: https://be.brussels/nl/transport-mobiliteit/voetgangers-en-fietsers-10-van-de-dodehoekslachtoffers-overlijdt-raakt-ernstig-gewond
• Voetgangers en fietsers: 10% van de dodehoekslachtoffers in Brussel overlijdt of raakt ernstig gewond. Dit zijn de belangrijkste dodehoekzones. Beeld Brussel Mobiliteit.