Waarom de wifi in de trein in Europa nooit werkt – 2
Vorig jaar zag de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS af van de installatie van wifi in haar treinen vanwege de “hoge implementatiekosten en de hoge dekking door telecomoperatoren”, aldus woordvoerder Tom Guillaume. In plaats daarvan besloot NMBS de verantwoordelijkheid af te schuiven op telecombedrijven en te investeren in het verwijderen van de coating van glas dat mobiele signalen beter opvangt. “Telecomoperatoren moeten daarom de signaalkwaliteit en -dekking in de buurt van spoorweginfrastructuur verbeteren”, aldus Guillaume.
De fysica van radiofrequenties is ook goed vastgesteld: de band die in Europa doorgaans voor 5G is gereserveerd, is niet goed om door bomen en bladeren, te komen, die vaak langs treinsporen liggen. Het maakt het lastiger om rijtuigen of telefoongebruikers rechtstreeks te bereiken, in tegenstelling tot 4G, waar de lagere frequenties die doorgaans worden gebruikt, minder data kunnen transporteren, maar wel verder reiken en beter met obstakels omgaan.
“We zien in onze data elke zomer een aanzienlijke verslechtering van de prestaties van het mobiele netwerk in gebieden met veel begroeiing”, voegde Kehoe eraan toe. Tel daar de duizenden tunnels in het netwerk van het continent bij op, en het is duidelijk dat Europese treinen het moeilijk hebben om goede wifi te leveren – hoewel sommige landen daar beter in slagen dan andere.
Zwitserland loopt veruit voorop, met wifi-snelheden aan boord die bijna 30 keer sneller zijn dan in Oostenrijk en Nederland. Het was het enige land in de steekproef van Ookla dat de mediane downloadsnelheid van 25 megabit per seconde doorbrak – de minimale basis voor betrouwbaar internetgebruik.
Sommige spoorwegmaatschappijen kijken nu letterlijk naar de hemel voor beter internet aan boord en wenden zich tot satellietproviders om de dekkingstekorten langs treinroutes te helpen opvullen.
De Tsjechische Spoorwegen experimenteren met het Starlink-netwerk van Elon Musk, terwijl de Franse SNCF naar verluidt zowel het Amerikaanse netwerk als haar Frans-Britse rivaal Eutelsat in het oog houdt. Hoewel satellietconnectiviteit goed werkt voor luchtvaartmaatschappijen – dankzij de heldere hemel en de nabijheid van de ruimte – is het geen “kogelvrije oplossing”, aldus Kehoe, maar eerder een aanvulling op de algehele connectiviteitsmix.
“De focus ligt vooral op het doorgeven van het signaal naar de trein, maar ze zijn vergeten het signaal rond de trein te krijgen”, zei hij. De wifi-apparatuur en de standaarden die eraan ten grondslag liggen, spelen een belangrijke rol in hoe goed de verbinding daadwerkelijk is.
Of spoorwegmaatschappijen nu routers of Windows upgraden, “als er geen netwerkdekking is, is er geen mobiel signaal in de trein, ongeacht de gebruikte technologie”, aldus Guillaume van de NMBS. En als je overweegt om gewoon de hotspot van je telefoon te gebruiken om een haperende wifi-verbinding te omzeilen — denk dan nog maar eens goed na. “Als iedereen zijn eigen wifi-netwerk uitzendt, ontstaat er een enorme uitdaging op het gebied van interferentie”, waarschuwde Kehoe.
Internet in de trein is nog steeds slecht — en een snelle verbinding op de Europese spoorwegen zal voorlopig nog wel even wisselvallig blijven, aldus zowel Politico als de Tagesspiegel.
- Een snelle wifi-verbinding op de Europese spoorwegen zal voorlopig nog wel even wisselvallig blijven. IllustratieTreinreiziger.nl