Habtamu de Hoop en Dirk van der Putten: “Voor veel mensen is de bus de toegang tot de samenleving”
Er is de laatste tijd veel te doen over het ov in de provincie Fryslân. De NRC wijdde een lang stuk aan de belabberde ov-voorzieningen in een deel van Sudwest-Fryslân, terwijl het Planbureau Fryslân na onderzoek concludeerde dat de meeste Friezen vertrouwen op de auto en met name buiten Leeuwarden geen hoge hoed op hebben van de ov-voorzieningen in de provincie. Habtamu de Hoop van GL-PvdA uit het Friese Wommels zegt in een interview in de Leeuwarder Courant Nederland weer verliefd te willen maken op de bus: “Omdat it foar in hiel soad minsken de tagong ta de mienskip is.” (Omdat het voor heel veel mensen de toegang tot de samenleving is).
Ja, Habtamu de Hoop weet hoelang de reis met de bus van woonplaats Wommels naar Beetsterzwaag is, het bosdorp waar de PvdA’er deze zaterdagmiddag aan het flyeren is. “Dus ik bin hjir mei de auto kaam.” (Dus ben ik met de auto gekomen) 2 uur en 9 minuten is de snelste optie, eerst met bus 92 naar Leeuwarden, een halfuurtje wachten op bus 20 en dan nog langs 47 haltes in Hurdegaryp, Burgum, Sumar, Opeinde en Drachten, voordat de bus stopt bij halte Hoofdstraat. Het is de spagaat in ov-land. De reiziger wil van A naar B, maar de reis mag niet te lang duren. Het gevolg: bushaltes in het dorp verdwijnen, rijschema’s worden strakker. Hoe meer de bus over de provinciale weg rijdt, hoe minder stops. De keerzijde: er zijn minder haltes ín de dorpen waar mensen kunnen instappen.
Dirk van der Putten (59) mist zijn reizigers, vertelt hij in een café in Beetsterzwaag. Hij is 18 jaar buschauffeur en “de praatjes’’ met de mensen heeft hij niet meer. Door het verdwijnen van haltes in de dorpen ziet hij minder ouderen. “Die lopen niet met hun rollator naar de provinciale weg.’’ De coronaperiode hielp daar niet bij.
De chauffeur uit Vinkega “wil de verhalen weer horen. Ik ben een prater. Wij willen als chauffeurs ook een beetje reuring hebben. Je hoort de mooiste verhalen. En dat kletsen met de mensen hoort ook bij ons vak. Wij hebben een dienstverlenend beroep.’’ Soms krijgt Van der Putten het gevoel: ik moet gaan zitten, rijden en m’n mond houden. Door de strakke rijschema’s ervaart hij weinig ruimte om reizigers goed te helpen – of dus een praatje te maken. “En eerlijk is eerlijk: ik zie gewoon veel minder reizigers.’’ De scholieren blijven wel, maar de rest?
Habtamu de Hoop zit nu bijna duizend dagen in de Tweede Kamer en wil graag door. Hij staat op plek 12 op de kieslijst van GL-PvdA. Zijn speerpunt is de bereikbaarheid van dorpen. ,,Omdat it foar in hiel soad minsken de tagong ta de mienskip is. Foar skoalbern, foar âlderein, foar minsken mei in smelle beurs.’’ (Omdat het voor heel veel mensen de toegang tot de samenleving is. Voor schoolkinderen, voor ouderen, voor mensen met een smalle beurs).
Hij ziet het in zijn eigen Wommels. De haltes in het centrum verdwenen. Wie de bus pakt, moet aan de provinciale weg zijn. “En dan sjochst dat de basisskoalle gjin staazjerinners mear fine kin. Se moatte tweintich minuten rinne fan halte nei skoalle. Dus gean se nei in oare skoalle.’’ (En dan zie je dat de basisschool geen stagiairs meer kan vinden. Ze moeten twintig minuten lopen van de halte naar de school. Dus gaan ze naar een andere school). Een stageloper heeft dan nog keuze. Iemand die slecht ter been is niet, zegt de PvdA’er.
Wommels zit in een neerwaartse spiraal, ziet De Hoop. Eerst ging de middelbare school dicht. En toen verdwenen de haltes uit het dorp. Daarmee verdween de reuring. ,,En dan meie wy yn Wommels noch fan gelok sprekke, foar lytsere plakken binne de gefolgen grutter.’’ (En dan mogen we in Wommels nog van geluk spreken, voor kleinere plaatsen zijn de gevolgen groter).
- “Voor veel mensen is de bus de toegang tot de samenleving”. Redactiefoto.