De Lijn wil al in 2030 het verschil maken
De Lijn wil Vlaanderen in 2030 een betrouwbare, comfortabele, duurzame en veilige mobiliteit bieden. De laatste dieselbus staat dan in het museum. In enkele steden rijden dag en nacht autonome robotshuttles. Dit fraaie vergezicht vereist wel samenwerking met alle ov-bedrijven en mobiliteitspartners én vooral een sterk financieel engagement van de Vlaamse overheid.
Tijd voor versnelling, het memorandum 2024-2029 van De Lijn, straalt veel ambitie uit. Op woensdag 3 januari werd het memorandum in Leuven toegelicht door directeur-generaal Ann Schoubs en voorzitter Johan Sauwens van de raad van bestuur.
Met het oog op de verkiezingen voor onder meer het Vlaams Parlement op zondag 9 juni krijgen alle politieke partijen het document in hun brievenbus. De Lijn hoopt dat de volgende Vlaamse regering een ov-vriendelijker beleid zal voeren dat resulteert in een wervend(er) stads- en streekvervoer.
Sinds 2010 wordt er fors bespaard bij De Lijn. De gevolgen zijn ingrijpend. Een verwaarloosde traminfrastructuur met snelheidsbeperkingen tot 10 en 20 km/u en zelfs lange sluiting van trajecten. Circa zevenhonderd bussen zijn meer dan vijftien jaar oud. Defecte bussen kunnen niet tijdig worden hersteld door gebrek aan technici. Hierdoor worden geregeld ritten geschrapt. De vergroening van de busvloot verloopt traag. 2030 lijkt een onhaalbare doelstelling. Wellicht lukt 2035.
De Lijn wil in de eerste plaats de infrastructuur en vloot weer op orde brengen. De absolute voorwaarde voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. Daar is op jaarbasis honderd miljoen extra voor nodig. “Dan spreken we niet over uitbreiding zoals nieuwe lijnen in Vlaams Brabant, het routeplan 2030 voor Antwerpen of het project Gentspoort”, onderstreept Schoubs.
Een belangrijke hefboom blijft doorstroming die de exploitatie zuiniger en tram en bus stipt en aantrekkelijker maakt. In talloze buitenlandse steden zijn lichtenbeïnvloeding door het ov en autoluwe centra al decennia normaal. In Vlaanderen nog steeds niet. Dwarsligger nummer 1 blijft het autogerichte Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). In Vlaanderen heeft de tram meestal groen als hij er niet is en rood als hij het verkeerslicht nadert.
Voorts pleit De Lijn voor snellere vergunningstrajecten voor de bouw van remises en andere infrastructuur en een voldoende sterk energienetwerk om de busvloot emissievrij te kunnen maken.
Met ingang van 2027 zijn in de lage-emissiezones van Antwerpen en Gent uitsluitend emissievrije bussen toegelaten. “We hebben 538 groene bussen nodig. Dan nog dieselbussen laten rijden zal resulteren in veel boetes”, zegt Schoubs. Als De Lijn een rol van betekenis in de groeiende mobiliteit wil spelen, is een bijkomende financiering tot 370 miljoen euro op jaarbasis noodzakelijk. Gekoppeld aan de inflatie. Schakelt Vlaanderen naar de gewenste ov-versnelling? Dat zal de kiezer op 9 juni voor een belangrijk deel bepalen. (Herman Welter)
‘Tijd voor versnelling – het memorandum 2024-2029 van De Lijn: https://assets.ctfassets.net/32fmeyn9t08i/3eMufx1tbdQemjo87qTY8x/3c903ec8ebd8a07032273d4d27097dd2/Memorandum_2024_-_2029.pdf
- Bovenbaas Ann Schoubs en voorzitter Johan Sauwens tijdens de toelichting van het memorandum 2024-2029 van De Lijn. Foto Herman Welter.