Gebrek aan transparantie: de Autoriteit Persoonsgegevens legt Uber een boete van 10 miljoen euro op
Uber Technologies Inc. en Uber B.V. kregen een boete van € 10 miljoen van de Nederlandse gegevensbeschermingsautoriteit Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wegens het overtreden van de regelgeving inzake gegevensbescherming.
Het technologiebedrijf, met zijn Europese hoofdkantoor in Amsterdam, geeft onvoldoende duidelijkheid over de gegevens van Europese chauffeurs. Volgens de gegevensbeschermingsautoriteit kan Uber niet bewijzen hoe lang het gegevens van Europese chauffeurs bewaart. Daarnaast is het onduidelijk of het bedrijf werknemersgegevens naar landen buiten Europa verzendt.
De boete van €10 miljoen is het gevolg van klachten van 170 Franse chauffeurs. Chauffeurs vinden het te lastig om gegevens op te vragen bij het Amerikaanse ride-hailingbedrijf. Volgens Europese richtlijnen zijn bedrijven verplicht deze informatie door te geven aan klanten en gebruikers.
Uber heeft een formulier ingebouwd in zijn app waarop deze gegevens kunnen worden opgevraagd, maar volgens de Autoriteit Persoonsgegevens stond deze optie op een onlogische plek. Bovendien heeft Uber de gegevens geleverd in een slecht gestructureerd bestand, waardoor het moeilijk te interpreteren was. Voor chauffeurs lag de drempel om persoonsgegevens op te vragen extreem hoog.
Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, benadrukte in een verklaring dat het belangrijk is dat bedrijven zorgvuldig omgaan met personeelsgegevens. “Chauffeurs hebben het recht om te weten hoe Uber met hun persoonlijke gegevens omgaat. Dit was echter ondoorzichtig. Uber had chauffeurs beter en zorgvuldiger moeten informeren.”
Daarnaast benadrukt Wolfsen het belang van transparantie om persoonsgegevens adequaat te beschermen. “Als je niet weet wat er met je gegevens gebeurt, weet je ook niet of je wordt benadeeld of oneerlijk behandeld en kun je niet opkomen voor je rechten.”
De klacht tegen Uber werd ingediend namens de Franse mensenrechtenorganisatie Ligue des droits de l’homme et du citoyen (LDH), waar de chauffeurs een klacht hadden ingediend. LDH heeft deze klacht ingediend bij de Franse gegevensbeschermingsautoriteit, die de klacht vervolgens heeft doorgestuurd naar haar Nederlandse tegenhanger omdat het Europese hoofdkantoor van Uber voor de Europese Economische Ruimte (EER) in Amsterdam staat. Om deze reden heeft de Nederlandse gegevensbeschermingsautoriteit deze zaak overgenomen van de Franse.
Uber gaat in beroep tegen de boete. “De Autoriteit Persoonsgegevens erkent dat Uber het kleine aantal door chauffeurs gemelde ‘low impact incidenten’ heeft opgelost”, aldus een woordvoerder van Uber. “Bovendien werd het merendeel van de claims van chauffeurs ongegrond verklaard.” De woordvoerder voegde eraan toe dat “we de verwerking van gegevensverzoeken blijven optimaliseren en altijd constructief samenwerken met de autoriteiten om eventuele zorgen weg te nemen.”
De Autoriteit Persoonsgegevens erkent dat er inmiddels stappen zijn gezet om de klachten op te lossen. Toch omschrijft een woordvoerder de schendingen door het technologiebedrijf als ernstig. Daarom is de boete met 10 miljoen euro relatief hoog. Bij het bepalen van de hoogte van de boete houdt de AP rekening met de omvang van het bedrijf en de ernst en omvang van de overtredingen. Ten tijde van de Uber-schendingen werkten er in Europa ongeveer 120.000 chauffeurs voor Uber.
Deze zaak doet denken aan een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam tegen het ondoorzichtige algoritmische management van Uber in april vorig jaar. Het Hof oordeelde grotendeels in het voordeel van drie platformmedewerkers uit Groot-Brittannië en één uit Portugal, die de platforms Uber en Ola hadden aangeklaagd wegens het verwijderen van bestuurdersaccounts.
De rechtbank oordeelde ook dat de platforms zich niet kunnen beroepen op vrijstellingen van bedrijfsgeheimen om bestuurders de toegang tot hun gegevens te ontzeggen. Het blijft echter moeilijk voor regionale werknemers om bestaande wetten te gebruiken om voldoende inzicht te krijgen in de gegevensverwerking van de platforms om te weten welke informatie ze moeten opvragen om hun gegevenstoegangsrechten op zinvolle wijze uit te oefenen.
- Gebrek aan transparantie: de Autoriteit Persoonsgegevens legt Uber een boete van 10 miljoen euro op. Redactiefoto.