ICM-treinstel 4011 (Koploper) gaat naar het Spoorwegmuseum
Op verschillende specialistische rail-websites wordt al geruime tijd afscheid genomen van de ICM’s, ‘Koplopers’ genaamd. Daarbij rijst steeds de vraag of en welk treinstel verhuist naar het Spoorwegmuseum. Dat wordt ICM treinstel 4011, die vrijdag definitief naar het Spoorwegmuseum verhuist.
Dit rijtuig was het eerste exemplaar dat in 1983 bij NS in dienst kwam. De Koplopers waren, en zijn nog steeds, beeldbepalend op het spoor in Nederland. “Kenmerkend is de verhoogde bestuurderscabine die enigszins doet denken aan een Boeing 747”, aldus het Spoorwegmuseum. De 4011 komt vrijdag 14 juni om 11.20 uur aan in het Spoorwegmuseum waar het treinstel wordt overgedragen aan Hoofd Collecties Peter-Paul de Winter, die erg blij is met de nieuwste aanwinst: “De Koploper is een iconische trein, het was destijds een revolutionair ontwerp met de verhoogde machinistencabine en de doorloopkop. Dat maakte de trein bijzonder en is daarom een zeer waardevolle toevoeging aan de collectie van het Spoorwegmuseum.”
Door de aanleg van de Schiphollijn, een gewenste verhoging van de maximumsnelheid tot 160 km/u en het dreigende tekort aan materieel wilde NS in 1974 nieuwe intercitytreinen aanschaffen. Gekozen werd voor een geheel nieuw concept: de Koploper. In 1977 kwamen de eerste prototypes op het spoor, in 1983 was treinstel 4011 de eerste van de in serie geproduceerde Koplopers. Ze waren de opvolgers van de Hondekop (Mat’ 54) die wel nog tot halverwege de jaren 90 intercitydiensten reden.
De naam is gebaseerd op de zogenaamde doorloopkop. Onder de verhoogde machinistencabine was een doorloop waar reizigers en personeel via een uitschuifbare slurf naar het andere treinstel konden lopen. In de neus van de trein zaten dus deuren. In 2005 stelde de NS de doorloopkoppen echter buiten werking. Het was storings- en slijtagegevoelig, bovendien vonden veel reizigers de donkere en smalle doorgang een beetje eng. Er werd maar weinig gebruik van gemaakt. Voor de drank- en voedselkarretjes die eerder nog in gebruik waren, was de doorloopkop echter een uitkomst. Zo kon de hele trein door een iemand worden bediend. Bij de modernisering van de Koplopers werden de doorloopkoppen buiten dienst genomen en de twee neusdeuren vervangen door een lichte polyesterplaat. In deze staat wordt de 4011 door het museum bewaard.
Treinstel 4011 kwam op 14 december 1983 uit de werkplaats van Talbot in Aken rollen. Direct daarna is het treinstel overgebracht naar de klimaatkamer in Wenen, waar de trein uitvoerig getest is op haar betrouwbaarheid onder extreme klimaatcondities. De trein is daar destijds met vlag en wimpel geslaagd. De 4011 heeft in zijn veertig jaar lange bestaan een interessante loopbaan gehad. Tussen 1986 en 2002 waren de Koplopers geregeld voorzien van totaalreclame. Dit begon als een idee van NS om de opening van de Schiphollijn luister bij te zetten door treinen te voorzien van dezelfde beschildering als vliegtuigen. Hierbij kwam het goed van pas dat de Koploper qua vormgeving enigszins lijkt op een Boeing 747. De 4011 werd in KLM-kleuren uitgedost, de 4012 in Martinair-kleuren. Later reed de 4011 nog een tijdje rond in Aegon-kleuren.
Het ontwerp van deze trein omvatte nog een aantal nieuwe concepten. De treinstellen zijn voorzien van een groot balkon met plek voor rolstoelen. In afwijking tot wat gebruikelijk is bij Intercitymaterieel heeft de Koploper geen restauratie-afdeling. Er is een klein keukentje voor het maken van koffie en thee. Eén koprijtuig zorgt voor de aandrijving van alle vier assen. Het treinstel kreeg naast de schijfremmen ook een blokkenrem, om sneller af te kunnen remmen. Het gehele treinstel heeft automatisch sluitende deuren die tijdens de rit vergrendeld blijven en bevat drie toiletten. De trein is ontworpen voor een maximum snelheid van 160 km/uur.
- ICM-treinstel 4011 (Koploper) gaat naar het Spoorwegmuseum. Foto Harry Peters.