Jan den Hartog en Cees Meester waren de hoofdrolspelers in de Amsterdamse taxioorlog: “Ze deden álles om ons dwars te zitten”
In Amsterdam woedde vanaf eind jaren negentig ‘de taxioorlog’ – met rellen, demonstraties en de strijd tegen de malafide top van de Taxi Centrale Amsterdam (TCA). Hoofdrolspelers Jan den Hartog en Cees Meester hebben nóg trauma’s. “De overheid heeft ons op een perverse manier gebruikt,” zeggen de twee in een uitgebreid artikel van Paul Vugts in Het Parool.
De taxioorlog was uitgebroken vanwege de liberalisering van de taximarkt. Daardoor verloor de TCA haar monopolie in Amsterdam. De taxivergunningen waren niet langer de tonnen waard die chauffeurs als hun pensioen hadden gezien. Die strijd richtte zich tegen de nieuwe concurrenten én de politiek. Immers: naar compensatie voor het verlies van hun pensioen konden de chauffeurs fluiten.
Een paar highlights uit die ‘taxioorlog’ (voor wie vergeten was hoe het ook alweer was – red.):
In 1998 werd Taxidirekt de eerste concurrent van TCA. In 2000 werd de Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000) aangenomen. De taximarkt wordt vergaand geliberaliseerd. Concurrentie moet de kwaliteit verhogen en de prijzen drukken (uiteindelijk lukt geen van beide – red.). De voorbeelden kwamen uit Nieuw-Zeeland (waarvan ook het TTO-model is geleend) en Zweden. De top van de TCA werd in 2001 gearresteerd. In 2002 gaat Taxidirekt failliet en ook een doorstart mislukt in 2003. In 2006 ontslaat de Amsterdamse Ondernemingskamer TCA-directeur Grijpink en wordt de centrale onder curatele geplaatst. De strafzaak tegen de TCA-top wordt in 2007 geseponeerd. In 2011 wordt de Wet Personenvervoer (WP 2000) aangepast: zeven grote(re) gemeenten mogen aanvullende regels invoeren voor straattaxi’s. Vervolgens kondigt het kabinet aan de regels voor taxi’s weer te gaan versoepelen, zodat ook Uber (aanvankelijk als UberPop verboden) vrijelijk op de markt kan opereren. Voor insiders is duidelijk dat de lokale en landelijke overheid uit de hele dereguleringsoperatie niets heeft geleerd en dat de (straat/consumenten-)taxisector in de grote steden er minder goed voorstaat dan toen die overheid begon te knutselen met de taximarkt.
Maar onder die taxi-straatoorlog lag een tweede laag, die voor Jan den Hartog en Cees Meester nóg belangrijker werd. Den Hartog was namens de zelfstandige chauffeurs toegetreden tot het TCA-bestuur, Meester was behalve chauffeur sinds 1995 ook een manusje-van-alles binnen de centrale en werkte nauw samen met de TCA-directie. Uiteindelijk namen Den Hartog en Meester het gezamenlijk op tegen het trio dat binnen TCA de absolute macht had: directeur Dick Grijpink en bestuurders Hans Janmaat en Gerard ‘Bub’ van Gelderen.
Den Hartog en Meester doen zo’n 25 jaar na het begin van het oproer hun persoonlijke verhaal. “Eind jaren negentig kwam ik namens de eigen rijders in het bestuur,” zegt Den Hartog. “Ik wilde me inlezen en vroeg mijn medebestuurders om de marktonderzoeken en dergelijke. Zij vonden me een mafketel.”
Meester: “Hoe die drie met elkaar en met de rest omgingen, was heel ongezond. Als je voor je belangen opkwam, konden ze helemaal gek worden.”
Stap voor stap werd duidelijk hoe het trio de centrale in de greep hield. De basis waren de aanvankelijk 635 vergunningen annex aandelen in TCA: noodzakelijk om in Amsterdam taxi te mogen rijden. Dat stelsel was de fundering onder een gewiekste verdeel- en heerspolitiek, waaraan het driemanschap zelf fors verdiende.
Door de schaarste was de waarde van de vergunningen tot bijna 3 ton (in guldens) opgelopen. Zelfstandige chauffeurs deelden doorgaans met twee of drie zo’n ‘nummer’, waarmee je immers 24 uur per etmaal de weg op mocht. Bestuurders Janmaat en Van Gelderen bezaten vele vergunningen, en verpachtten die zeer lucratief via omstreden vennootschappen onder firma (‘vof’s’).
Den Hartog: “Door die nieuwe wet werd alles waardeloos. Dat gold voor ons allemaal, maar ook het verdienmodel van die drie dreigde in te storten. Ik zei: volgens de chauffeurs is er geen enkele pensioenregeling. Iedereen heeft gegokt op die nummers die nu waardeloos worden. Ik zou wat in het leven willen roepen. Nou, dat wilde directeur Grijpink niet. “Dan krijg ik problemen met Janmaat en Van Gelderen.” Die twee bleken de TCA-directeur aan het lijntje te hebben.
- Jan den Hartog en Cees Meester (foto) waren de hoofdrolspelers in de Amsterdamse taxioorlog: “Ze deden álles om ons dwars te zitten.” Foto Andere Tijden.
Ed Teunissen
augustus 9, 2022 @ 6:59 pm
Een halve waarheid, bij gebrek aan inzichtelijke oorzaak en toedracht.