Het lijkt er op dat de Duitse deelstaat Nedersaksen en de Duitse federale overheid de kwakkelende scheepswerf Meyer Werft in Papenburg, in het Emsland willen overnemen. Het reddingsplan mikt op een onteigening van de oprichters, de familie Meyer, waarbij ook CEO Bernard Meyer moet opstappen. Het 225 jaar oude familiebedrijf heeft, naast de werf in Papenburg aan de Eems, vestigingen in het Duitse Rostock en het Finse Turku. Meyer Werft kampt momenteel met een tekort van 2,8 miljard euro en kondigde in mei aan dat het 440 medewerkers wil ontslaan. 

In Groningen is de werf vooral bekend door de tegenwerking bij de nieuwbouw van de Friesenbrücke, die zwaar beschadigd werd bij een aanvaring. Als nieuwe draaibrug, met een overspanning van 160 meter (de grootste draaibrug van Europa) – zou deze volgens de eis van de werf elk uur 40 minuten open moeten staan zodat de werf vrije doortocht zou hebben voor haar schepen.  

Met deze onbuigbare eis frustreerde de Meyer Werft lange tijd de plannen met een meer frequente Wunderline van Arriva, de railverbinding tussen Groningen en Bremen die nu al jarenlang onderbroken is.  Voor een deel van de route moeten reizigers per bus reizen.   

Na een vertraging van een half jaar vanwege wateroverlast en grondverzakking zou de spoorlijn tussen Bad Nieuweschans en Leer eind dit jaar vernieuwd moeten zijn, maar dat wordt medio 2025, tegelijk met de oplevering van de nieuwe brug.  

• Neemt de Duitse overheid een belang in de Meyer Werft, de kwelgeest van het Friesenbrücke-project en Arriva’s Wunderline? Impressie van de nieuwe Friesenbrücke (ARGE Architectenbureau).