Onderzoek wijst uit: NS in april niet voorbereid op grote storing; Groenewegen: “Slechte beurt gemaakt bij reizigers”
De NS was niet voorbereid op een langdurige landelijke technische storing zoals die op zondag 3 april plaatsvond. Dat concludeert het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) na intensief onderzoek, dat door NS was besteld. Er was geen plan voor het inzetten van alternatief vervoer en op de dag zelf werd het probleem onderschat. Daarom lag op zondag 3 april vrijwel de hele dag het treinverkeer stil als gevolg van een enorme technische storing. Het COT raadt de NS aan scenario’s uit te werken voor een grote technische storing, met opties zoals een pendeldienst tussen stations. De NS laat weten alle aanbevelingen uit het COT-onderzoek over te nemen.
De NS hield op de dag zelf en ook daarna vol dat het vanwege de omvang van de problemen niet mogelijk was om alternatief vervoer in te zetten. Ook de communicatie naar reizigers en het eigen NS-personeel op de dag van de storing verliep haperend en bepaald niet goed, stelt het COT.
Een alternatieve treindienst was niet voorbereid en werd op 3 april ook nauwelijks overwogen, aldus het COT, “mede doordat de prognose was dat de systemen snel weer beschikbaar zouden zijn”. Het instituut vindt in het algemeen dat van de NS “mag worden verwacht” dat is nagedacht over de gevolgen van een grote landelijke storing, “zodat op de dag zelf een besluit kan worden genomen aan de hand van één of meer (deel)scenario’s”.
Het stilleggen van het hele treinverkeer was die zondag in april uiteindelijk “onvermijdelijk”, stelt het COT. Dat stilleggen zelf is “goed verlopen”. Het besluit om ook ’s avonds geen treinen te laten rijden, heeft ertoe geleid dat de dienstregeling de volgende dag weer grotendeels kon worden opgestart.
Bert Groenewegen, waarnemend president-directeur van NS zegt dat de organisatie “een slechte beurt” heeft gemaakt bij reizigers in april. “Zij moesten lang wachten voordat duidelijk werd hoelang de verstoring duurde en zij moesten uiteindelijk zelf vervoer regelen.” Hij noemt het “belangrijk” om te leren van de storing, “om een soortgelijke situatie in de toekomst te voorkomen”.
Verantwoordelijk staatssecretaris Vivianne Heijnen schrijft in een een Kamerbrief bij het onderzoek “dat de reiziger van de NS mag verwachten dat zij de uitkomsten van deze evaluaties aangrijpt om haar dienstverlening bij verstoorde situaties in de toekomst te verbeteren.”
De staatssecretaris zegt blij te zijn dat de NS van plan is om de aanbevelingen van de onderzoekers te gebruiken om het in de toekomst beter te doen. Ze zegt in gesprek te zijn met de NS en met spoorbeheerder ProRail om in de toekomst storingen zoveel mogelijk te voorkomen en, als dat niet lukt, de impact voor reizigers te beperken.
- Onderzoek wijst uit: NS in april niet voorbereid op grote storing; Groenewegen: “Slechte beurt gemaakt bij reizigers”. Redactiefoto.