Oproep Belgische mobileits- en klimaatexperts: “Tijd om het Belgisch openbaar vervoer de 21ste eeuw in te loodsen”
Een groot aantal Belgische mobiliteits- en klimaatexperts deed medio juli een oproep in de krant De Standaard aan de te vormen nieuwe regeringen in het land om het Belgische openbaar vervoer, dat steeds meer rammelt en kwakkelt – wellicht met uitzondering van het OV in Brussel – eindelijk de 21e eeuw in te sleuren. Reizigersorganisatie TreinTramBus herinnerde er onlangs aan. Wij publiceren de oproep graag opnieuw, want actie in het Belgische OV, waarin de dienstverlening soms van schabouwelijke kwaliteit is, is dringend nodig.
Opdracht voor de nieuwe regeringen: maak het openbaar vervoer aantrekkelijk door treinen, trams en bussen beter op elkaar te laten aansluiten, met één (betaalbaar) tarief.
We staan op een keerpunt. Sinds juni 2023 was iedere maand wereldwijd de warmste ooit. Klimaatprofessor Wim Thiery (VUB) spreekt van een “klimaatnoodtoestand”. We breken ook voortdurend filerecords: volgens het Vlaams Verkeerscentrum was mei 2024 de zwaarste filemaand op de Vlaamse snelwegen sinds het begin van de metingen.
Tegelijkertijd bevindt het openbaar vervoer zich in woelig vaarwater. De stiptheid bij de NMBS blijft ondermaats en De Lijn worstelt in alle hevigheid met de gevolgen van jarenlange besparingen. Gevolg: een letterlijk doorgeroeste spoorinfrastructuur, vervallen metrotunnels, een veel te oud voertuigenpark dat maar moeizaam vernieuwd geraakt, bussen en trams die zich in het steeds drukkere verkeer vastrijden …
Het mobiliteitsbeleid is in ons land te versnipperd, waardoor je naar een samenhangende, duurzame, ambitieuze en moedige mobiliteitsvisie moet zoeken als naar een naald in een hooiberg. Ondanks de gezamenlijke verklaring van de sociale partners over mobiliteit, begin juni, ging in de verkiezingscampagne maar weinig aandacht naar mobiliteit in het algemeen en openbaar vervoer in het bijzonder.
Juiste keuzes maken
Het staat nochtans buiten kijf dat de ecologische voetafdruk van voetgangers, fietsers en gebruikers van openbaar vervoer talloze keren kleiner is dan die van een automobilist. Om de uitstoot van onze mobiliteit terug te dringen, moeten we dus de fietsinfrastructuur uitbouwen, opnieuw investeren in openbaar vervoer – zeker als dat nog sneller vergroend wordt – en resoluut voor duurzaam goederenvervoer kiezen. Dat vraagt om veel geld. Maar als men de juiste keuzes maakt, is dat geld er ook.
Volgens het Belgian mobility dashboard bedroegen de congestiekosten – wat de files onze maatschappij en economie direct en indirect kosten – in 2023 5,1 miljard euro, of 1,08 procent van het bbp. Als de filerecords blijven sneuvelen, zal dat bedrag in 2024 verder stijgen. Het gaat niet alleen om het verlies van tijd en de devaluatie van de economische productiviteit, maar ook om slechtere luchtkwaliteit, gezondheidsrisico’s en een zware ruimtelijke belasting voor de omwonenden. Die situatie is maatschappelijk onaanvaardbaar, economisch niet te verantwoorden en menselijk hoogst ongezond. Een ommekeer is dus gewenst.
Files kun je maar terugdringen of, nog beter, gewoon laten verdwijnen door consequent en intelligent in duurzame mobiliteit te investeren. Precies dat is de boodschap van de EU. In haar Landverslag 2024 over België beveelt de EU-Commissie aan om “de verkeerscongestie aan te pakken door een hervorming van het belastingstelsel, onder meer door middel van een slimme kilometerheffing, en door actieve mobiliteit en oplossingen voor openbaar vervoer te ontwikkelen”. Volgens de EU helpt een verbetering van het voorstedelijk openbaar vervoer om files te verminderen. Maar dan moet ons land verstandig in openbaar vervoer investeren.
Openbaar vervoer is een mix van treinen, trams en bussen. Die mix moet en kan veel attractiever worden, als de verschillende beleidsniveaus constructief en complementair samenwerken in een systeem van geïntegreerd openbaar vervoer dat opgebouwd is rond goed gekozen knooppunten. Dat trekt niet alleen veel nieuwe reizigers aan, maar biedt ook het goederenvervoer per spoor extra rijpaden.
Andere landen, zoals onder meer Zwitserland en Oostenrijk, hebben ons de weg al lang gewezen. Treinen, trams, bussen en metrostellen moeten vaker rijden, vroeger en later ook, stipt dankzij een duurzame doorstroming op een goed onderhouden infrastructuur en met betrouwbare aansluitingen. Dat veronderstelt een geïntegreerd tarief, dat sociaal rechtvaardig is, want betaalbaar openbaar vervoer moet elke burger deelname aan het maatschappelijk leven garanderen.
De Belgische regeringen hoeven niet meer geld uit te geven aan mobiliteit, maar ze moeten die middelen wel heel anders inzetten. Vandaar onze oproep aan de nieuwe regeringen: werk samen en loods ons openbaar vervoer de 21ste eeuw binnen. Realiseer een echte modal shift door het aantal reizigers te verdubbelen en het goederenvervoer te verduurzamen. Met meer baten voor de burgers, de volksgezondheid, het klimaat en dus ook voor de economie.
Deze oproep verscheen op 15 juli 2024 als opinieartikel in De Standaard en werd ondertekend door:
Tim Buyse (Mora, in persoonlijke naam), Naomi Cambien (Bond Beter Leefmilieu), Tim Cassiers (BRAL), Heidi Degerickx (Netwerk tegen Armoede), Marijke Dheedene (Vlaamse Ouderenraad), Matthijs Driesen (ACV), Guy Hendrix (project Integrato), Michel Hubert (Université Saint-Louis), Barbara Janssens (Netwerk Duurzame Mobiliteit), Cathy Macharis (VUB), Sylvie Meekers (Canopea), Peter Meukens (TreinTramBus), Willy Miermans (UHasselt), Koen Peeters (Okra), Kris Peeters (Hogeschool PXL), Erik Quisthoudt (ACLVB), Stan Reusen (ACOD-TBM), Joeri Thijs (Greenpeace België), Miranda Ulens (ABVV), Danny Van Assche (Unizo), Els Van den broeck (Mobiel 21), Hugo Van Dienderen (Grootouders voor het Klimaat), Peter Wouters (Beweging.net).
- “Tijd om het Belgisch openbaar vervoer de 21ste eeuw in te loodsen” Foto Ombudsrail.