Advies aan Hoge Raad: ‘Uber-chauffeur die voor eigen risico rijdt, zou evengoed werknemer kunnen zijn’; FNV ‘blij’, geen inhoudelijke reactie van Uber
Ondernemerscriteria spelen slechts een ‘beperkte rol’ in de beoordeling of iemand als zelfstandige wordt ingehuurd of als verkapte werknemer aan de slag is, meldt het FD in een uitvoerig stuk. Dat oordeelt advocaat-generaal Ruth de Bock in een langverwacht advies aan de Hoge Raad in een zaak tussen taxi-app Uber en vakbond FNV over de status van Uber-chauffeurs.
De hoogste rechter is vrij zo’n conclusie van de advocaat-generaal naast zich neer te leggen, maar in de praktijk wordt die bijna altijd overgenomen. Dat zou een nederlaag voor Uber betekenen, maar ook voor de zelfstandigenlobby die voor een andere invulling van een nieuwe zzp-wet ageert.
“De advocaat-generaal zegt: kijk naar de werkrelatie die iemand is aangegaan, en niet naar hoe die zich buiten die relatie gedraagt”, zegt hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. “Persoonlijk ondernemerschap is niet van doorslaggevend belang.” Vrij vertaald: wordt iemand ingehuurd voor structurele werkzaamheden, draagt hij geen economisch risico en wordt hij geacht instructies op te volgen (wat allemaal duidt op werknemerschap), dan maakt het niet uit dat zo iemand buiten de opdracht meerdere opdrachtgevers heeft of aan acquisitie doet.
Dat staat haaks op de zienswijze van zelfstandigenorganisaties. Die maken zich sterk voor bredere ondernemerscriteria. Niet de afzonderlijke klus, maar het totaal aan werkzaamheden dat iemand verricht en of iemand zich als ondernemer gedraagt, moeten de boventoon voeren, vinden zij. Met dit advies veegt de advocaat-generaal hun bezwaar tegen de ontwerpwet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR) van tafel.
Uber zegt in een eerste reactie niet inhoudelijk te willen reageren. “Op de inhoud zijn we nog aan het studeren”, zegt een woordvoerder. “Hoewel de advocaat-generaal haar advies heeft gedeeld, vertrouwen wij erop dat de rechter in de eerste plaats naar chauffeurs zal luisteren en tot een andere conclusie zal komen.”
Vakbond FNV en Uber liggen al geruime tijd in de clinch over de status van de chauffeurs die via de app rijden. Volgens de vakbond zijn de chauffeurs werknemer; volgens het taxibedrijf zijn zij zelfstandig ondernemer. Zo’n drie jaar geleden gaf de Amsterdamse rechtbank de vakbond gelijk. Maar in de beroepsprocedure die Uber vervolgens aanspande, zei het Amsterdamse gerechtshof vorig jaar geen oordeel te kunnen vellen zonder aanvullend advies van de Hoge Raad.
Het gerechtshof zei toen dat de overeenkomst tussen Uber en de chauffeurs die via de app rijden ‘veel kenmerken’ had van een arbeidsovereenkomst, maar dat er ook bij veel chauffeurs sprake was van ondernemerschap. Buiten Uber om reden zij ook voor eigen rekening en risico. Het hof klopte daarom aan bij de Hoge Raad voor uitleg. Die oordeelde in een eerdere zaak rondom de fietskoeriers van maaltijdbezorger Deliveroo dat het wel of niet zzp’er zijn van alle omstandigheden afhangt. Daarbij speelt mee hoe iemand zich gedraagt in het economisch verkeer.
Het advies van de advocaat-generaal relativeert dit laatste punt. ‘Persoonlijk ondernemerschap’ kan volgens De Bock ‘niet de balans doen omslaan’ als op alle andere gronden de werkrelatie als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt. “Voor deze opvatting pleit met name dat op grond van de wet niet de persoon van de werkende, maar de werkrelatie tussen twee partijen beoordeeld moet worden”, luidt het advies. De advocaat-generaal zegt zich daarbij aan te sluiten bij de conceptwet VBAR, en bij het toetsingskader dat het Europese Hof van Justitie eerder dit jaar heeft ontwikkeld voor de afbakening tussen ondernemers en werknemers.
Het kabinet-Schoof wil verder met deze zzp-conceptwet, die nu nog bij de Raad van State ligt. Intussen heeft de Belastingdienst aangegeven vanaf 1 januari volgend jaar weer te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Volgens critici zijn de regels nog te onduidelijk. Staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit) heeft daarom toegezegd een ‘duidelijk afwegingskader’ te publiceren op de site van de Belastingdienst. Volgens Verhulp van de UvA is die duidelijkheid er nu. “In die zin maakt het advies van de advocaat-generaal de wet VBAR misschien minder nodig.”
FNV zegt alvast ‘blij’ te zijn dat “ook De Bock van mening is dat het externe ondernemerschap slechts van beperkte betekenis is.” De vakbond wacht de verdere uitspraak van de Hoge Raad af.
- Advies aan Hoge Raad: ‘Uber-chauffeur die voor eigen risico rijdt, zou evengoed werknemer kunnen zijn’; FNV ‘blij’, geen inhoudelijke reactie van Uber.