Rail

Op vrijdag 12 september heeft  HTM op feestelijke wijze de eerste TINA-tram van Stadler gepresenteerd. Met de komst van deze  moderne tram als opvolger van BN’s GTL 8, maken de HTM, de gemeenten in de Haagse regio en de MRDH een flinke stap op weg naar het OV van de toekomst. De TINA is ruim, comfortabel en toegankelijk voor alle reizigers. Ook is deze tram energiezuinig. Dankzij een batterij op het dak die remenergie opslaat, wordt per reiziger 25% minder energie verbruikt.  

De nieuwe TINA-trams – Stadler’s afkorting van Total Integrierter Niederflur-Antrieb –zijn 36,5 meter lang, 2,65 meter breed en bieden een gelijkvloerse instap. Dit vergroot de toegankelijkheid voor reizigers met én zonder een beperking. Ook de inrichting met panoramaramen, ledverlichting en een houtkleurige vloer, draagt bij aan een prettige reiservaring. De trams zijn ruimer dan de oude rode BN-trams en kunnen daardoor 27% meer reizigers vervoeren. Dit is nodig om het groeiende aantal reizigers in de regio naar hun bestemming te kunnen brengen.
HTM start met een testprogramma, eerst met één tram en later dit jaar met vijf. De verwachting is dat de TINA-trams vanaf zomer 2026 reizigers gaan vervoeren op de lijnen 1,6 en 12. 

De metropoolregio groeit: in Den Haag en omgeving komen er circa 100.000 mensen bij de komende decennia. Meer inwoners, meer woningen, meer arbeidsplaatsen. Dat betekent ook meer verplaatsingen. Om de regio bereikbaar en leefbaar te houden werken de gemeenten in de Haagse regio, HTM en de MRDH aan openbaar vervoer dat meegroeit met het toenemende aantal inwoners. Wat daarvoor nodig is, hebben de partners gebundeld in het programma OV Next. Regiobestuurder MRDH Simon Fortuyn: “Voor een bereikbare, duurzame en leefbare samenleving moet het openbaar vervoer meegroeien met de regionale ontwikkelingen. De nieuwe tram voor de Haagse regio draagt daaraan bij.” 

• HTM’s eerste Stadler TINA-tram onthuld. Foto HTM. 

Er komen geen toegangspoortjes in de grote treinstations in het land, meldden verschillende Belgische media met enige opluchting. In het regeerakkoord hadden ‘de poortjes in de grote Belgische stations’ wel een plaats gekregen, maar minister van Mobiliteit Jean-Luc Crucke vond het, in antwoord op een schriftelijke vraag uit de Kamer, een ‘negatieve businesscase’ en daarmee werden de poortjes verbannen. Alleen Brussels Airport heeft toegangspoortjes als enige station in België.  

Deze poortjes zouden er voor moeten zorgen dat minder reizigers zonder geldig vervoersbewijs op de trein zouden kunnen stappen. Die mogelijkheid heeft de NMBS – die al eerder stelde dat dergelijke poortjes in de praktijk weinig haalbaar zouden zijn – nader bekeken. Conclusie van minister Crucke: De middelen die nodig zouden zijn voor de installatie zijn groter dan de voordelen die de spoorwegmaatschappij er uit zou kunnen halen op commercieel, financieel en sociaal vlak.  

Volgens de NMBS-studie, die de installatie van poortjes in minstens 18 treinstations onderzocht, waaronder bijvoorbeeld Antwerpen-Centraal, Brussel-Centraal, Brussel-Noord, Brussel-Zuid, Gent-Sint-Pieters, Leuven en Mechelen, zijn de kosten voor de installatie en het onderhoud van de poortjes veel hoger dan de extra inkomsten die ze genereren omdat er minder gefraudeerd wordt. De investeringen overstijgen de geschatte inkomsten.  Tevens zouden er soms ook ticketautomaten en loketten verplaatst moeten worden en niet voor elk station zou dezelfde oplossing gekozen kunnen worden. Een duidelijk ‘njet’ voor de toegangspoortjes.  

• Niet zoals op Nederlandse stations (foto): Belgische stations blijven vrij van toegangspoortjes. Redactiefoto.

Vanaf zaterdag 18 oktober rijden tussen Amsterdam en Berlijn de nieuwste ICE3 neo-treinen. De trein rijdt in Nederland via Hilversum, Amersfoort, Apeldoorn, Deventer en Hengelo. Deze nieuwe treinen vervangen de oude treinen en rijden (net als nu) zeven keer per dag tussen Nederland en Duitsland.  

De huidige treinstellen zijn aan vervanging toe. De nieuwe trein (eigendom van partner DB) is speciaal ontworpen voor een comfortabele reis en is voorzien van de nieuwste technieken. Met de komst van de ICE3 neo-trein op deze verbinding keert ook het barrijtuig voor een kopje koffie onderweg terug.  

De reistijd tussen Amsterdam en Berlijn blijft met deze trein gelijk: net onder de 6 uur. De nieuwe ICE-trein rijdt op dit moment ook al op een andere route; vanuit Nederland naar Frankfurt en München.  

Door de komst van de ICE-treinen, wordt de treinverbinding Amsterdam – Berlijn een officiele ICE-verbinding.  

Ook binnenlandse reizigers kunnen vanaf 18 oktober met deze trein blijven meereizen. Reizigers met een NS-abonnement (zoals een voordeelabonnement of Kidsvrij) of studentenreisproduct betalen hiervoor hetzelfde tarief als voor “normale” binnenlandse treinen. Ook het populaire Railrunnerkaartjes is hier geldig. Reizigers met een los ticket zijn straks een ICE-toeslag van €3,00 per treinreis verschuldigd. 

NS kijkt uit naar de komst van de nieuwe ICE-treinen naar Berlijn: “Deze treinen zijn een grote vooruitgang voor reizigers qua comfort en betrouwbaarheid. Tegelijkertijd heeft deze trein in totaal minder zitplaatsen dan de huidige treinstellen op deze verbinding. Dat zou met name tot extra drukte kunnen leiden in de vakantieperiodes, waarin deze trein naar Berlijn populair is. NS houdt de eventuele extra drukte goed in de gaten.” 

• Vanaf zaterdag 18 oktober: Nieuwe ICE3 neo met extra mobiliteitshub vervangt oude Intercity-treinen tussen Amsterdam en Berlijn. Foto NS.

Klaas Knot gaat de financieel-economische mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart brengen om de Lelylijn te realiseren. Dat hebben gedeputeerde Matthijs de Vries, Commissaris René Paas en staatssecretaris Thierry Aartsen (OV en Milieu) vandaag bekend gemaakt. 

Klaas Knot was veertien jaar lang president van De Nederlandsche Bank en nam daar begin juli 2025 afscheid. Knot gaat in zijn nieuwe rol de Stuurgroep Lelylijn adviseren, die bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van zowel Rijk als de noordelijke regio. Hij begint op 1 oktober. Het is een breed gedragen wens om de Lelylijn te realiseren, een spoorlijn die Lelystad en Groningen met elkaar moet verbinden. Het gaat echter om een omvangrijk project met een bijbehorend kostenplaatje.

Staatssecretaris Aartsen heeft in juli de Commissarissen van de Koning en gedeputeerden mobiliteit van Groningen, Friesland en Drenthe gesproken over de mogelijkheden om stappen te zetten richting de verwezenlijking van de Lelylijn. Het idee om een deskundige aan te stellen die zich gaat buigen over de mogelijkheden van de financiering van dit project, is daar door de noordelijke bestuurders naar voren gebracht en omarmd door Aartsen. 

Staatssecretaris Aartsen: “Binnen de bestaande financiële mogelijkheden zet ik mij in om dit project verder te brengen. Ik heb er alle vertrouwen in dat Klaas Knot, met zijn uitgebreide kennis en kunde, de mogelijkheden om de Lelylijn te bekostigen goed kan onderzoeken.”

Klaas Knot: “Ik zet hier graag mijn tanden in. Ik beschouw het als een uitdaging om een bijdrage te leveren aan het helder maken van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de Lelylijn.” Momenteel wordt gewerkt aan een masterplan Lelylijn. Daarin wordt zowel gekeken naar inhoudelijke en praktische vraagstukken die komen kijken bij een dergelijk grootschalig project, als naar het financiële vraagstuk. Voor de aanleg van de Lelylijn is naar verwachting 14,5 miljard euro nodig. 

• Klaas Knot bekijkt mogelijkheden en onmogelijkheden financiering Lelylijn. Foto Lelylijn.

Vorig jaar kreeg Arriva een aantal ritten toegewezen voor het traject Groningen-Zwolle, maar het aantal van vier ritten op doordeweekse dagen met een paar extra ritten op vrijdagen was voor het vervoersbedrijf onvoldoende voor een rendabele treindienst. Nadat bezwaren van Arriva bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) tegen het afwijzen van het merendeel van de ritten niets opleverde, restte de vervoerder niets anders dan af te zien van de wel toegewezen ritten. 

Arriva heeft, zo meldt Treinreiziger.nl, voor de dienstregeling van 2026 het merendeel van de aangevraagde ritten tussen Groningen en Zwolle toegewezen gekregen en gaat nu wel rijden. Daarmee krijgt concessiehouder NS voor het eerst een directe concurrent op het hoofdspoornet. 

Arriva heeft voor 2026 opnieuw alle ritten aangevraagd en heeft nu het merendeel wel toegewezen gekregen. Volgens Arriva-woordvoerster Nikkie Smit heeft de vervoerder 24 van de 26 aangevraagde ritten gekregen door wat met de tijden te schuiven. “We zijn daar uiteraard hartstikke blij mee en gaan nu kijken hoe we het operationaal gaan regelen.” 

Vanuit Groningen gaat Arriva vanaf 6.27 uur eens in het uur naar Zwolle. Vanuit Zwolle vanaf 6.33 uur eens in het uur naar Groningen. Nog niet alle ritten zijn 100 procent zeker en een aantal aangevraagde extra ritten in de spits kunnen niet over de hele lengte van het traject worden uitgevoerd maar gaan tussen Assen en Zwolle, met uitzondering van de vrijdagen. 

De dienstregeling voor 2026 gaat op maandag 14 december in. Of Arriva vanaf dan al gaat rijden tussen Groningen en Zwolle is nog niet bekend. Smit noemt die startdatum ’erg ambitieus’. “We hebben het laat te horen gekregen, maar we zijn druk bezig.” 

Sinds 2019 gelden de Europese regels voor open toegang tot het spoor. Dat betekent dat iedere vervoerder toegang heeft tot het spoor, mits er plek is en de aangevraagde dienst een concessiehouder voor het spoortraject niet dwars zit. Arriva werd in 2022 met de nachttrein Maastricht – Schiphol de eerste vervoerder die in open toegang een trein ging rijden op het hoofdspoornet. Maar deze trein rijdt eens in de week in de nacht wanneer NS niet rijdt op dit traject. Tussen Zwolle en Groningen rijden Arriva-treinen straks wel naast die van NS. Arriva heeft de ambitie om op 26 trajecten van het hoofdspoornet diensten te rijden. 

• Na schuiven met tijden meer ritten voor Arriva tussen Groningen-Zwolle. Redactiefoto. 

De bewoners van bijna 300 nieuwe huizen in Boskoop en Gouda hebben een welkomstcadeau in hun brievenbus gekregen. Omdat de provincie Zuid-Holland, NS en gemeenten willen dat meer mensen met de trein reizen, krijgen de nieuwe inwoners een gratis NS Flex Altijd Voordeel-abonnement voor 3 maanden. 

De actie is bedoeld voor bewoners van de nieuwbouwwijken Koopse Glorie en Florrissant in Boskoop en Spoorzone Koploper en De Blauwe Haan in Gouda. De provincie Zuid-Holland, NS en gemeenten willen onderzoeken of dit cadeau kan helpen om nieuwe bewoners in de buurt van het spoor enthousiast te maken voor het openbaar vervoer en de mogelijkheden van de trein te verkennen. En zo het autogebruik te verminderen. Dat is goed voor het milieu en de leefbaarheid. In de toekomst krijgen meer nieuwe bewoners in de buurt van de treinverbinding tussen Alphen aan den Rijn en Gouda dit welkomstcadeau. 

Met NS Flex Altijd Voordeel (waarde 28,50 euro per maand) krijgen de inwoners de volgende korting op hun treinreizen: 

• 20% korting in de spits 

• 40% korting in de daluren 

• 40% korting in het weekend + feestdagen 

• 40% Samenreiskorting in de daluren voor 3 medereizigers 

Deze korting is geldig voor zowel de R-nettrein tussen Alphen aan den Rijn en Gouda als alle andere treinen van NS. 

NS rijdt onder de R-net vlag op het traject Alphen aan den Rijn – Gouda met stops op alle tussengelegen stations. Met comfortabele treinen en een vast team van servicemachinisten. De provincie Zuid-Holland is opdrachtgever voor deze openbaar vervoer-verbinding. 

• Nieuwe inwoners van Gouda en Boskoop krijgen treinabonnement van de provincie. Foto NS.